Gebruik
De rijomstandigheden, de rijstijl, het aantal
startpogingen, de weersomstandigheden e.d.
zijn van invloed op de levensduur en de wer-
king van de accu.
•
Koppel de startaccu nooit los, terwijl de
motor loopt.
•
Controleer of de kabels van de startaccu
op de juiste manier zijn aangesloten en
stevig vastzitten.
WAARSCHUWING
•
De startaccu kan het zeer explosieve
knalgas produceren. Eén enkele vonk,
veroorzaakt door een onjuiste aanslui-
ting van een startkabel, kan volstaan
om de accu tot ontploffing te brengen.
•
De startaccu bevat tevens zwavelzuur
dat ernstige chemische brandwonden
kan veroorzaken.
•
Als u accuzuur in uw ogen krijgt of op
uw huid of kleren morst, moet u
onmiddellijk met grote hoeveelheden
water spoelen. Neem onmiddellijk con-
tact op met een arts, als u accuzuur in
uw ogen krijgt.
N.B.
Als de startaccu vaak ontladen wordt,
heeft dat een negatief effect op zijn levens-
duur.
De levensduur van de startaccu wordt
door meerdere factoren beïnvloed, o.a. de
rijomstandigheden en het klimaat. De
startcapaciteit van de accu daalt in de
loop van de tijd geleidelijk en daarom moet
de accu worden opgeladen als de auto
langere tijd niet wordt gebruikt of als er
alleen korte ritten mee worden gemaakt.
Extreme kou beperkt de startcapaciteit
ook.
Om de startaccu in een goede conditie te
houden, adviseren wij om minimaal 15
minuten per week te rijden of de accu aan
te sluiten op een acculader met automa-
tisch onderhoudsladen.
Een startaccu die constant volledig opge-
laden wordt gehouden, heeft een maxi-
male levensduur.
BELANGRIJK
Voor het opladen van de startaccu mag
nooit een snellader worden gebruikt.
09 Onderhoud en service
BELANGRIJK
Bij het negeren van het volgende valt na
aansluiting van een externe startaccu of
acculader de energiebesparingsfunctie
voor het infotainmentsysteem mogelijk tij-
delijk uit en/of verschijnt er tijdelijk geen
melding over de ladingstoestand van de
startaccu op het informatiedisplay van het
instrumentenpaneel:
•
De minpool van de startaccu in de
auto mag nooit worden gebruikt voor
aansluiting van een externe startaccu
of acculader – alleen het autochassis
dient als massapunt te worden
gebruikt.
Zie het gedeelte "Starten met hulpaccu'
voor een beschrijving van de locatie van
de kabelklemmen en de manier van aan-
sluiten.
Accu
09
375