Download Print deze pagina

Volvo V40 CROSS COUNTRY 2013 Instructieboekje pagina 158

Verberg thumbnails Zie ook voor V40 CROSS COUNTRY 2013:

Advertenties

04 Bestuurdersondersteuning
Adaptieve cruisecontrol*
WAARSCHUWING
De adaptieve cruisecontrol is geen sys-
teem dat botsingen voorkomt. Grijp zelf in
zodra u merkt dat het systeem een voorlig-
ger niet registreert.
De adaptieve cruisecontrol reageert niet
op voetgangers of dieren noch op kleinere
voertuigen, zoals fietsen of motorfietsen
e.d. Tegenliggers, langzaam rijdende en
stilstaande voertuigen of vaste obstakels
worden eveneens genegeerd.
04
Gebruik de adaptieve cruisecontrol niet in
stadsverkeer of verkeersdrukte, op kruisin-
gen, bij gladheid, hevige regen- of snee-
uwval of slecht zicht en evenmin op weg-
gedeelten met een dikke laag water of
sneeuwmodder, op bochtige wegen of op
op- en afritten.
De afstand tot het verkeer voor u wordt in
principe gemeten met een radarsensor. De
cruisecontrol regelt de snelheid door de stand
van de gasklep aan te passen en zo nodig af
te remmen. Het is volkomen normaal dat de
remmen enige geluiden produceren, wanneer
de adaptieve cruisecontrol ze aanspreekt.
De file-assistent (auto's met een automatische versnellingsbak) kan een interval aan van 0–200 km/h, zie pagina 161.
2
*
156
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Het rempedaal beweegt als de cruisecon-
trol remt. Laat uw voet niet onder het rem-
pedaal rusten, aangezien deze dan
bekneld raakt.
De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar de
door u ingestelde volgtijd ten opzichte van
voorliggers in dezelfde rijstrook aan te hou-
den. Als de radarsensor geen voorligger
registreert, houdt de auto in plaats daarvan
de snelheid aan die op de cruisecontrol werd
ingesteld. Dit gebeurt ook als de snelheid van
de voorligger de ingestelde snelheid van de
adaptieve cruisecontrol overschrijdt.
De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar de
snelheid zo weinig mogelijk aan te passen. In
situaties waarin krachtig moet worden
geremd, dient u dan ook zelf te remmen. Dit
is bijvoorbeeld het geval bij grote snelheids-
verschillen of als het voertuig dat voor u rijdt
krachtig remt. Door beperkingen van de
radarsensor is het mogelijk dat er onver-
wachts of helemaal niet wordt geremd (zie
pagina 162).
De adaptieve cruisecontrol is te activeren om
een volgtijd aan te houden ten opzichte van
een voorligger bij snelheden vanaf 30 km/h
tot een maximumsnelheid van 200 km/h. Als
de snelheid tot onder 30 km/h daalt of als het
motortoerental te laag wordt, wordt de
cruisecontrol stand-by gezet, waarna er niet
langer automatisch wordt afgeremd – u moet
dan zelf remmen om een veilige afstand te
houden tot voorliggers.
Waarschuwingslampje – afremmen
noodzakelijk
Het remvermogen van de adaptieve cruise-
control bedraagt meer dan 40 % van de
totale remcapaciteit van de auto.
Als de auto harder moet worden afgeremd
dan de cruisecontrol aankan en u remt zelf
niet bij, dan maakt de cruisecontrol u er mid-
dels het waarschuwingslampje van Collision
Warning en een waarschuwingsgeluid (zie de
afbeelding op pagina 176) attent op dat u
onmiddellijk moet ingrijpen.
N.B.
Bij felle zon of bij gebruik van een zonne-
bril kan het waarschuwingslampje moeilijk
te zien zijn.
2

Advertenties

loading