Transpondersleutel aanbrengen en
verwijderen
Contactslot met transpondersleutel uitgetrokken/
ingeduwd.
N.B.
Bij auto's met Keyless*-functie hoeft de
sleutel niet in het contactslot te worden
gestoken, maar kan deze bijvoorbeeld in
een binnenzak worden bewaard. Voor
meer informatie over Keyless-functies, zie
pagina 53.
Sleutel aanbrengen
1. Houd de transpondersleutel beet aan de
kant van het afneembare sleutelblad en
plaats de sleutel in het contactslot.
2. Duw de sleutel vervolgens tot aan de
aanslag in het slot.
03 Bedieningsinstructies bestuurder
BELANGRIJK
Vreemde voorwerpen in het contactslot
kunnen tot functiestoringen leiden of
schade aan het slot toebrengen.
De transpondersleutel niet verkeerd om
insteken – pak de sleutel beet aan het uit-
einde met het afneembare sleutelblad. zie
pagina 49.
Sleutel verwijderen
•
Pak de transpondersleutel beet en trek
deze uit het contactslot.
Functies bij verschillende niveaus
Om het gebruik van een beperkt aantal func-
ties bij uitgezette motor mogelijk te maken,
kan het elektrisch systeem van de auto met
de transpondersleutel in 3 verschillende
niveaus (sleutelstanden) worden gezet - 0, I
en II. In dit instructieboekje worden deze
niveaus, of "sleutelstanden", uitgebreid
beschreven.
De volgende tabel geeft aan welke functies
beschikbaar zijn in de verschillende sleutel-
standen/niveaus.
Sleutelstanden
Niveau
Functies
0
Kilometerteller, klok en tempe-
ratuurmeter worden verlicht.
Elektrisch bedienbare stoelen
kunnen worden bediend.
Het audiosysteem kan beperkte
tijd worden gebruikt – zie
pagina 260.
I
Zonnescherm voor glazen dak,
elektrisch bedienbare ramen, 12
V-contact in passagiersruimte,
RTI, telefoon, interieurventilator
en ruitenwisser kunnen worden
gebruikt.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
81