Functie
BLIS en CTA worden geactiveerd bij een
motorstart en dat wordt bevestigd doordat de
controlelampjes op de portierpanelen één
keer knipperen.
BLIS activeren/deactiveren
Knop voor activering/deactivering.
Het BLIS-systeem kan worden gedeacti-
veerd/geactiveerd met een druk op de knop
BLIS op de middenconsole.
Bij bepaalde combinaties van opties is er
geen plek vrij voor een knop op de midden-
console - in dat geval is de functie te bedie-
nen via het menusysteem MY CAR
Zie voor informatie over het menusysteem zie pagina 217.
2
•
Selecteer Aan of Uit met
Auto-instellingen
Bij deactivering/activering van BLIS dooft/
brandt het lampje in de knop en het instru-
mentenpaneel bevestigt de wijziging met een
tekstmelding - bij activering lichten de contro-
lelampjes op de portierpanelen eenmaal op.
Om de melding uit te schakelen:
•
Druk op de knop OK van de linker stuur-
hendel.
of
•
Wacht ongeveer 5 seconden - de melding
verdwijnt.
2
:
04 Bestuurdersondersteuning
Wanneer BLIS werkt
Instellingen
BLIS.
Principe voor BLIS: 1. Zone in dode hoek. 2.
Zone voor snel inhalende voertuigen.
Het BLIS-systeem is actief bij snelheden
hoger dan ongeveer 10 km/h.
Het systeem reageert als:
•
de eigen auto wordt ingehaald door
andere voertuigen
•
de eigen auto snel wordt ingehaald door
andere voertuigen.
Als BLIS een voertuig binnen zone 1 of een
snel inhalend voertuig in zone 2 ontdekt,
brandt het BLIS-lampje op het portierpaneel
constant. Als u in deze stand de richtingaan-
wijzer activeert aan de kant waarvoor de
waarschuwing wordt gegeven, schakelt het
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
BLIS en CTA*
04
}}
207