03 Bedieningsinstructies bestuurder
Motor starten, hulpaccu
Starten met hulpaccu
03
Als de startaccu uitgeput is, kunt u de auto
starten met stroom van een hulpaccu.
Als u een hulpaccu gebruikt bij het starten
wordt geadviseerd de volgende stappen aan
te houden om kortsluiting en andere schade
te voorkomen:
1. Zet de transpondersleutel in sleutel-
stand 0, zie pagina 81.
2. Controleer of de hulpaccu een spanning
van 12 V levert.
3. Als de hulpaccu in een andere auto is
gemonteerd, moet u de motor van die
auto afzetten en ervoor zorgen dat de
beide auto's elkaar niet raken.
118
4. Bevestig de ene klem van de rode start-
kabel aan de pluspool (1) van de hulp-
accu.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het aansluiten van de
startkabels om kortsluiting met andere
onderdelen in de motorruimte te voorko-
men.
5. Haal de clips op de voorste dekplaat van
de uitgeputte accu los en verwijder de
dekplaat.
6. Bevestig de andere klem van de rode
startkabel aan de pluspool (2) van de
auto.
7. Bevestig de ene klem van de zwarte start-
kabel aan de minpool (3) van de hulp-
accu.
8. Bevestig de andere klem aan een massa-
punt, bijv. een van de hijsogen (4) op de
motor.
9. Controleer of de aansluitklemmen van de
startkabels goed vastzitten om te voorko-
men dat er tijdens de startpoging vonken
ontstaan.
10. Start de motor van de "hulpauto" en laat
deze enkele minuten draaien op een toe-
rental dat iets hoger ligt dan normaal,
ca. 1500 omw/min.
11. Start de motor in de auto met de uitge-
putte accu.
BELANGRIJK
Raak de aansluitingen bij een startpoging
niet aan - er kan dan vonkvorming ont-
staan.
12. Verwijder de startkabels in omgekeerde
volgorde - eerst de zwarte kabel en
daarna de rode.
> Zorg dat geen van de aansluitklemmen
aan de zwarte startkabel contact kan
maken met de pluspool van de accu of
met de aangesloten klem van de rode
startkabel!