Preventief onderhoudsschema
Controleer alle blootgestelde onderdelen, met name waar deze
in contact komen met het lichaam van de cliënt. Controleer of er
geen barsten of scherpe randen zijn ontstaan die letsel kunnen
toebrengen aan de cliënt of zorgverlener of die onhygiënisch
zijn geworden. Zo nodig vervangen of reinigen/desinfecteren.
Zorg dat alle instructielabels goed vastzitten en leesbaar zijn.
Zorg dat de tilbandlus visueel is geïnspecteerd. Als een
onderdeel gerafeld of beschadigd is, moet de tilband
onmiddellijk buiten gebruik worden gesteld en vervangen.
Accu's gaan langer mee als ze worden opgeladen tot de
oplader aangeeft dat ze volledig opgeladen zijn.
Gebruik alle standen van de tillift. Controleer of de lift op een
normale en soepele manier kan worden gebruikt.
Open en sluit de poten van het onderstel en controleer of ze
helemaal en soepel bewegen.
Controleer de conditie van de afstandsbediening met krulsnoer.
Indien beschadigd, direct buiten gebruik stellen en vervangen
door een nieuwe afstandsbediening met krulsnoer. Controleer
of alle externe aansluitingen goed vastzitten en alle schroeven
en moeren goed zijn aangedraaid.
Controleer of de lusvergrendelingen op het hangjuk
onbeschadigd zijn.
DOOR GEKWALIFICEERDE ARJO-TECHNICI UIT TE VOEREN CONTROLES
Voer de wekelijkse preventieve onderhoudscontroles uit.
Test de automatische stopfunctie als volgt. Breng de tilarm
omhoog of omlaag tot het kanteljuk op ooghoogte is. Houd nu
de tilarm met uw hand vast terwijl u deze met de
afstandsbediening omlaag brengt. De actuator blijft draaien,
maar de tilarm wordt door uw hand omhoog gehouden. Laat de
knop op de afstandsbediening los en breng de tilarm die u
vasthoudt langzaam omlaag tot u voelt dat deze door de
actuator wordt ondersteund.
Test de noodstopfunctie door de draagarm met de
afstandsbediening omhoog of omlaag te brengen. Druk de
noodstopknop in, terwijl u de tillift gebruikt. De aangedreven
beweging moet direct stoppen. Herhaal de test, dit keer terwijl u
de chassispoten open en dicht laat gaan.
Controleer de tilbandbevestigingspunten op de tilarm. Vervang
de tilarm indien deze is beschadigd.
Controleer alle klemmen op beschadiging en slijtage. Zo nodig
vervangen.
Voer de 6-maandelijkse preventieve onderhoudscontroles uit.
Controleer de actuator.
Controleer alle klemmen op beschadiging en slijtage. Zo nodig
vervangen.
Controleer de staat van de voetsteun.
Zorg dat de poten van het onderstel haaks staan op de
dwarsligger van het onderstel.
Controleer de aandraaimomenten bij:
(a) Zwenkwielen op de onderstelpoten, 4, -25Nm (18 lb ft)
(b) Tapbouten onderstelpoot, 2, -47Nm (35 lb ft)
X
X
X
25
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X