De Tenor gebruiken
Zorg dat de Tenor dicht genoeg bij de cliënt staat om
de schouderlussen van de tilband aan het tiljuk te
kunnen bevestigen. Daarvoor moet u wellicht de
voeten van de cliënt op of over het onderstel
plaatsen.
Als de geleverde tilbanden meerdere lusbevesti-
gingen hebben, bevestig dan de lus die het beste past
bij de omvang van de cliënt.
Als de Tenor in de juiste positie staat, bevestigt u de
schouderlussen aan de haken op het tiljuk die zich
het dichtst bij de cliënt bevinden (zie afb. 8 & 9).
De bredere aanhaakpunten zijn bedoeld voor de
schouderdeellussen van de tilband en de smallere
aanhaakpunten voor de beendeellussen (zie afb. 9).
Laat zo nodig het tiljuk met de afstandsbediening
voorzichtig een stukje zakken om de beenlussen van
de tilband te bevestigen. Laat het het tiljuk niet op de
cliënt zakken!
De lussen van het beengedeelte mogen niet gekruist
of gedraaid zitten. De lus van het linkerbeendeel
dient te worden bevestigd aan de haak boven het te
tillen been (zie afb. 6 & 8).
WAARSCHUWING
Let er bij het omlaag bewegen van de
lift op dat alle lichaamsdelen van de
cliënt buiten het bereik van bewe-
gende delen blijven.
WAARSCHUWING
Controleer altijd of alle bevestigings-
lussen van de tilband vóór en tijdens
het tillen goed aan de onderkant zijn
bevestigd en uit de buurt zijn van de
beveiligingsvergrendeling op het tiljuk;
en controleer of ze strak komen te
staan als het gewicht van de cliënt er
geleidelijk op komt te rusten. 8 & 9.
Breng de cliënt in de tilband met de afstandsbedie-
ning zo ver omhoog dat de cliënt gemakkelijk los
komt van de stoel; zorg dat de voeten van de cliënt de
vloer niet meer raken.
Draai de cliënt met het gezicht naar u (zorgverlener)
toe en breng de cliënt ongeveer op normale stoel-
hoogte, voordat u met de transfer begint. De cliënt
krijg hierdoor meer zekerheid en waardigheid en het
verbetert de verrijdbaarheid van de Tenor.
De cliënt weer terugbrengen naar
een stoel
Zorg er bij het terugkeren naar de stoel voor dat de
liftpoten rond de poten/wielen van de stoel zijn
gepositioneerd. Gebruik de handgrepen van de lift
om de cliënt boven de stoel te positioneren, trek
NIET aan de tilband. De cliënt in de tilband moet
steeds in het zwaartepunt blijven. Gebruik de
afstandsbediening om de cliënt te laten zakken.
(Zie afb. 10)
Afb. 8
9
Afb. 9
Afb. 10