Tab.65
> Waterdebiet en -druk
Parameters
Min. rpm. SWW pomp
DP037
Max. rpm. SWW pomp
DP038
9.1.4
>
Installateur > Systeeminstallatie > Buitentemp voeler
Tab.66
Parameters
Tout sensor aanw
AP056
Temp zomerbedrijf
AP073
Geforc. zomermodus
AP074
Zomer -wintertijd
AP075
Tau gebouw WAR
AP079
7777839 - v04 - 28032023
Beschrijving van de parameters
Minimum toerental pomp voor warmwater bedrijf
Instelbaar van 0 % tot 100 %
Maximum toerental pomp voor warmwater bedrijf
Instelbaar van 0 % tot 100 %
Beschrijving van de parameters
Buitentemperatuur sensor aanwezig
Geen buitenvoeler
AF60
QAC34
Buitentemperatuur voor zomerbedrijf:
bovengrens voor verwarming
Instelbaar van 10 °C tot 30,5 °C in stappen van
0,5 °C
Indien ingesteld op 30,5 °C, wordt de automati
sche schakeling gedeactiveerd, het systeem
blijft in de winter-modus en verwarmen is ac
tief.
De CV-functie is uitgeschakeld. Warm water blijft
aan. Zomerbedrijf forceren.
Uit
Aan
Temperatuurverschil met ingestelde bovengrens
buitentemp. waarbij generator niet verwarmt of
koelt
Bij Zone1, kan ingesteld worden van 0 °C tot
20 °C
Bij Zone2, kan ingesteld worden van 0 °C tot
10 °C
Instelling aanwarm- en afkoelsnelheid.
Tijdconstante van het gebouw voor
weersafhankelijk regelen.
Instelbaar van 0 tot 10
0 = 10 uur voor een gebouw met een lage ther
mische inertie,
3 = 22 uur voor een gebouw met een normale
thermische inertie,
10 = 50 uur voor een gebouw met een hoge
thermische inertie.
Pas de fabrieksinstelling alleen aan als de inertie
van het gebouw bekend is.
In het submenu Buitentemp voeler vindt u alle parameters met betrekking
tot het gedrag van het systeem op basis van de buitentemperatuur.
AP : Appliance Parameters = toestelparameters
AF60
22 °C
Uit
4 °C
3
Fabrieksinstelling
30%
100%
Fabrieksinstelling
Fabrieksinstelling
Zone1
AF60
22 °C
Uit
4 °C
3
MIV-S V200 R32
9 Parameters
EHC–08
Zone2
87