8 Instellingen
Toegangspad
>
Installateur > Systeeminstallatie > Warmtepomp > Blokkerende ingang
Parameter
Config. contact BL1
AP098
Config. contact BL2
AP099
Toegangspad
>
Installateur > Systeeminstallatie > Warmtepomp > Blokkerende ingang
Parameter
Offset verwarm. - FV
HP091
Offset sww - zc
HP092
8.14
Resetten of herstellen van de parameters
8.14.1
De configuratienummers opnieuw instellen
8.14.2
Automatisch detecteren van opties en accessoires
78
MIV-S V200 R32
Aanpassing vereist
Configuratie van contact voor blokkerende ingang 1
Open = ingang actief op Open contact
Gesloten = ingang actief op Gesloten contact
Configuratie van contact voor blokkerende ingang 2
Open = ingang actief op Open contact
Gesloten = ingang actief op Gesloten contact
Aanpassing vereist
Temperatuuroffset voor setpunt verwarming wanneer fotovoltaïsche energie beschikbaar is
Temperatuuroffset voor setpunt sanitair warm water wanneer fotovoltaïsche energie beschikbaar is
6. Volg het hieronder beschreven toegangspad om de richting van de
BL1 IN en BL2 IN multifunctionele ingangen te selecteren.
7. Configureer de parameters Config. contact BL1 (AP098) en Config.
contact BL2 (AP099).
8. Volg het hieronder beschreven toegangspad voor
9. Configureer de temperatuurinstellingen voor de vrijwillige
oververhitting door de parameter Offset verwarm. - FV (HP091) en
Offset sww - zc (HP092) te configureren.
Als u de besturingsprint heeft vervangen of een fout heeft gemaakt tijdens
de instelling, moet u de configuratienummers CN1 en CN2 opnieuw
instellen. Met deze nummers herkent het systeem het vermogen van de
buitenunit en het type back-up dat op de installatie zit.
De configuratienummers resetten:
1. Druk op de toets
.
2. Selecteer
Installateur.
3. Selecteer Menu 'Geavanceerd' > Configuratiecode instellen > EHC–
08.
4. Stel de parameters CN1 en CN2 in. De waarden zijn te vinden op de
typeplaat van de binnenunit.
5. Selecteer Bevestigen om de instellingen op te slaan.
Gebruik deze functie na het vervangen van een stroomcircuitkaart van een
warmtepomp om alle apparaten te detecteren die zijn aangesloten op de
L–BUS communicatiebus
Om apparaten te detecteren die zijn aangesloten op de L–BUS
communicatiebus:
1. Druk op de toets
.
2. Selecteer
Installateur.
3. Selecteer Menu 'Geavanceerd' > Automatische detectie.
4. Selecteer Bevestigen om de automatische detectie uit te voeren.
7777839 - v04 - 28032023