Afb.34
30
b
a
c
d
e
Afb.35
30
55
9
27
17
6.6.2
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het aansluiten van het verwarmingscircuit
6.6.3
Minimaal watervolume
Tab.24
35 °C toepassing - vloerverwarming
Inwendig watervolume van binnenunit (L)
Minimaal toe te voegen watervolume (L)
7777839 - v04 - 28032023
29
9
28
2 cm
(54)
MW-C000711-F
29
9
28
2 cm
(54)
MW-L000370-02
Het volume van het water in de installatie moet voldoende zijn om een
pendelcyclus te voorkomen en optimale ontdooiing mogelijk te maken.
AWHPR 4 MR
5
25
9 Afsluiter
28 Sanitair-koudwateringang
29 Drukbegrenzer
30 Veiligheidsgroep
54 Uiteinde van de afvoerleiding 2 tot 4 cm vrij en zichtbaar boven de
aanvoertrechter
a Koudwateringang met ingebouwde terugslagklep
b Aansluiting op de koudwateringang op de SWW boiler
c Overstortklep geijkt op 7 MPa (0,7 bar)
d Stopkraan
e Aftapopening
Veiligheidsgroep (behalve Frankrijk)
9 Afsluiter
17 Aftapkraan
27 Terugslagklep
28 Sanitair-koudwateringang
29 Drukbegrenzer
30 Veiligheidsgroep
54 Uiteinde van de afvoerleiding 2 tot 4 cm vrij en zichtbaar boven de
afvoertrechter
55 Overstortklep geijkt op 7 MPa (0,7 bar)
Opgelet
Houd de aansluiting aan het uiteinde van de binnenunit tegen met
een sleutel om verdraaiing van de buizen in het apparaat te
voorkomen.
Opgelet
De hydraulische installatie moet onder alle omstandigheden in
staat zijn om een minimaal debiet te verzekeren:
Als er radiatoren rechtstreeks zijn aangesloten op het
verwarmingscircuit, moet een inregelklep tussen de binnenunit
en het verwarmingscircuit geïnstalleerd worden.
Pas zo min mogelijk appendages toe, zoals: thermostatische
mengkranen, magneetkleppen, etc.
Installeer aftapkranen tussen de binnenunit en het
verwarmingscircuit.
Bij uitvoering van de aansluiting moeten de lokale voorschriften en
richtlijnen opgevolgd worden.
Zorg ervoor dat de afdichtingselementen van EPDM geen contact
maken met stoffen die minerale oliën bevatten. Minerale oliën
bevattende producten veroorzaken ernstige, onherstelbare schade aan
het materiaal dat hierdoor niet meer waterdicht is.
Als er componenten worden gebruikt die zijn gemaakt van
composietmaterialen (bijv. polyethyleen leidingen of flexibele slang),
raden wij aan componenten te gebruiken met een zuurstofbarrière.
AWHPR 6 MR
5
28
6 Installatie
AWHPR 8 MR
5
28
MIV-S V200 R32
39