6 Installatie
Tab.28
Specificaties verwarmingswater
Specificaties
Zuurtegraad van het water (pH)
Geleidingsvermogen bij 25 °C
Chloriden
Overige bestanddelen
Totale hardheid van het water
6.8.2
Verwarmingscircuit controleren
Afb.38
42
MIV-S V200 R32
Behandeling van het verwarmingswater
In veel gevallen kunnen de warmtepomp en het verwarmingssysteem met
kraanwater worden gevuld, zonder dat het water hoeft te worden
behandeld.
Opgelet
Voeg geen chemische middelen toe aan het verwarmingswater
zonder een vakman op het gebied van waterbehandeling te
hebben geraadpleegd. Bij voorbeeld: antivries, waterontharders,
pH-verhogende of verlagende middelen, chemische
toevoegmiddelen en/of inhibitoren. Deze kunnen leiden tot
storingen in de warmtepomp en beschadiging van de
warmtewisselaar.
Het water in de installatie moet voldoen aan de volgende eisen:
Eenheid
-
μS/cm
mg/liter
mg/liter
°f
°dH
mmol/l
Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt De Dietrich de volgende
fabrikanten aan:
Cillit™
CLimalife®
Fernox
Permo
Sentinel®
1. Controleer of het volume van het/de expansievat(en) voldoende is
voor het watervolume in de verwarmingsinstallatie.
2. Controleer de druk van het/de expansievat(en).
3. Controleer of het verwarmingscircuit voldoende water bevat. Vul
indien nodig meer water bij.
4. De waterzijdige aansluitingen op dichtheid controleren.
5. Controleer of het verwarmingscircuit goed is ontlucht.
6. Controleer of de filters niet verstopt zijn. Reinig deze zo nodig.
7. Controleer het vervuilingsniveau van de condenscollector, indien
aanwezig.
8. Controleer of het water correct door de sifon stroomt, als er een
condenscollector is gemonteerd.
9. Controleer of de kleppen en thermostatische radiatorkranen open
staan.
10. Controleer of alle instellingen en veiligheidsvoorzieningen goed
werken.
Totale systeemvermogen
≤ 70 kW
7,5 - 9
10 tot 500
≤ 50
< 1
7 - 15
4 - 8,5
0,7 - 1,5
7777839 - v04 - 28032023