Submenu Afdruktaak ophouden
Met deze optie bepaalt de beheerder of netwerkafdruktaken een bepaalde tijd moeten
wachten na het voltooien van een kopieertaak of dat het bedieningspaneel moet worden
gebruikt. Als deze optie is ingeschakeld, krijgt de gebruiker aan het apparaat de controle
over de MFP gedurende een vaste periode om een kopie te maken of een e-mailbericht
te verzenden. Als deze optie is uitgeschakeld, kan een afdruktaak direct beginnen nadat
een kopieertaak is voltooid, zodat de gebruiker moet wachten op een Mopy- of taakgrens
voordat de tweede kopieertaak kan worden verwerkt.
Met het submenu Afdruktaak ophouden kan de beheerder opgeven hoe lang wordt
gewacht voordat een afdruktaak begint.
Submenu Time-out kopiëren opnieuw instellen
Met deze optie kan de systeembeheerder opgeven hoeveel tijd moet verstrijken na
gebruik van het bedieningspaneel voordat de standaardwaarden voor de
kopieerinstellingen worden hersteld. De standaardwaarde voor de time-out is
60 seconden.
Submenu Time-out versturen opnieuw instellen
Met deze time-outoptie kan de beheerder opgeven hoeveel tijd moet verstrijken na
gebruik van het bedieningspaneel voordat de standaardinstellingen voor digitaal
verzenden worden hersteld. De standaardwaarde voor de time-out is 60 seconden.
152 Bijlage D – Handleiding voor de systeembeheerder
AAN - Nieuwe bewerkingen via het bedieningspaneel hebben voorrang boven
inkomende afdruktaken binnen de opgegeven periode, ervan uitgaande dat de
gebruiker een taak wil kopiëren of verzenden. Het afdrukken begint direct nadat de
kopieer- of verzendtaak is voltooid.
UIT - Een inkomende afdruktaak wordt direct verwerkt, zelfs als een gebruiker aan
het apparaat originelen heeft geplaatst en klaar is om op
S
te drukken.
TART
NLWW