Enveloppen bewaren
Als u de enveloppen onder goede omstandigheden opslaat, beschikt u over een betere
afdrukkwaliteit. Enveloppen moeten plat opgeslagen worden. Als er lucht in een envelop
blijft zitten en er zich een luchtbel vormt, kan de envelop kreuken tijdens het afdrukken.
Kaarten en zwaar papier
Vanuit lade 1 kunnen diverse soorten kaarten worden afgedrukt, met inbegrip van
systeemkaarten en briefkaarten. Sommige kaarten geven betere resultaten dan andere
omdat de afwerking beter geschikt is om door een laserprinter te worden gevoerd.
Gebruik voor de beste prestaties van uw printer geen papier dat zwaarder is dan
199 g/m
verkeerd worden ingevoerd, problemen geven met stapelen en leiden tot
papierstoringen, slecht smelten van de toner, slechte afdrukkwaliteit en sterke
mechanische slijtage.
Opmerking
U kunt op zwaarder papier afdrukken als de lade niet helemaal vol is en kortvezelig papier
met een gladheid van 100 tot 180 Sheffield wordt gebruikt.
Afwerking van kaarten
Voordat u kaarten in lade 1 aanbrengt, dient u te controleren of deze een regelmatige
vorm hebben en niet beschadigd zijn. Zorg bovendien dat de kaarten niet aan elkaar
plakken.
Richtlijnen voor kaarten
2
in de optionele lade 1 of 105 g/m
Gladheid: kaarten moeten een gladheid van 100 tot 180 Sheffield hebben.
Afwerking: de kaarten moeten plat liggen en maximaal 5 mm krullen. Kortvezelig
papier wordt beter ingevoerd en verminderd slijtage van het product.
Toestand: controleer of de kaarten niet gekreukeld zijn, inkepingen bevatten of
anderszins beschadigd zijn.
Afmetingen: gebruik alleen kaarten met de volgende afmetingen:
• minimaal: 76 bij 127 mm
• maximaal: 216 bij 356 mm
Als de kaarten krullen of vastlopen, kunt u proberen deze vanuit lade 1 af te drukken
en de achter-uitvoerbak te openen.
Stel de marges in op ten minste 6 mm van de randen van het papier.
2
in andere laden. Papier dat te zwaar is kan
Papierspecificaties 131