Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
AF-bevestiging knippert
Deze onderwerpen
worden niet
scherpgesteld.
AF-bevestiging gaat
branden maar het
onderwerp is niet
scherpgesteld.
Stel altijd scherp op iets dat een hoog contrast heeft en zich op dezelfde afstand als het onderwerp
bevindt, bepaal de compositie en neem de foto.
Foto's maken zonder bewegingsonscherpte
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat het beeld onscherp wordt.
Het onderwerp is te donker
• Verander de sluitertijd om deze aan de helderheid van het onderwerp aan te passen. Als een lange
sluitertijd is ingesteld om een donker onderwerp te fotograferen, is het goed mogelijk dat de opname
onscherp wordt als het onderwerp beweegt. En, als de filtser uitgeschakeld is in g
(motiefprogramma), wordt de sluitertijd langer.
De camera op een statief bevestigen Door de afstandsbediening (optioneel) voor het sluiten van de
sluiter te gebruiken, kan ook de bewegingsonscherpte verminderd worden.
Er zijn ook manieren om te fotograferen met [q (IMAGE STABILIZATION)] onder g
(motiefprogramma). De gevoeligheid van de ISO verandert automatisch, waardoor u foto's kunt
maken in situaties met weinig licht met uitgeschakelde flitser terwijl u de camera vasthoudt.
De camera of uw hand beweegt als u op de ontspanknop drukt.
• Druk de ontspanknop rustig in of houd de camera stevig met beide handen vast.
Foto's maken met minder flits
De flitser gaat automatisch af als het niet licht genoeg is. Als het object te ver weg is, heeft de flitser geen invloed.
Hier wordt beschreven hoe u in dergelijke situaties foto's dient te maken zonder de flitser.
Zet g (motiefprogramma) op [q (IMAGE STABILIZATION)]
• Aangezien de ISO-gevoeligheid automatisch groter wordt, kunt u de camera in uw hand houden en
foto's maken bij weinig licht met de flitser uit.
Kies een hogere [ISO]-instelling
• Kies een hogere waarde van de [ISO]-instelling. Het beeld kan korrelig worden.
g "ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instellen" (blz. 44)
Het beeld is te korrelig
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat het beeld korrelig wordt.
Kies een hogere ISO-gevoeligheid
• Als u de [ISO]-instelling verhoogt, kan er "ruis" ontstaan, dat als puntjes met ongewenste kleuren of
als oneffenheden in de kleur verschijnt, en het beeld korrelig maken. Deze camera is uitgerust met
een functie voor fotograferen met een hoge gevoeligheid met ruisonderdrukking. Door de ISO-
gevoeligheid te verhogen ontstaan echter korreligere beelden dan wanneer er een lagere
gevoeligheid wordt gebruikt.
g "ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instellen" (blz. 44)
Onderwerp met weinig
contrast
Onderwerpen op
verschillende afstanden
Extreem fel licht in het
midden van het beeld
Snel bewegende
objecten
Een onderwerp met
patronen die zich
herhalen
Het onderwerp valt niet
binnen het AF-kader
87
NL
10