• Afhankelijk van de gebruikte lens en de lichtomstandigheden is het aantal opnamen voor en
na de opname met het handmatig ingestelde scherpstelpunt anders.
• Als het onderwerp niet in het midden van het beeld staat of het contrast gering is, wijkt het
aantal opnamen voor en na eventueel af.
• Als u deze functie gebruikt, zet de camera dan op een statief.
Gebruik van de flitser
Flitserfunctie
De camera kiest de flitserfunctie aan de hand van diverse factoren zoals een reeks flitsen en het flitsmoment.
Welke flitserfuncties beschikbaar zijn, hangt af van het gekozen programma. De flitserfuncties zijn ook
beschikbaar op apart verkrijgbare externe flitsers.
Autoflitsen AUTO
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
Om een onderwerp bij tegenlicht te fotograferen, richt u het AF-kader op het onderwerp.
Flitsen met onderdrukken van rode ogen !
In de stand "Flitsen met onderdrukken van rode ogen" ontsteekt
de hoofdflits pas na een reeks inleidende flitsen. Hierdoor wennen
de ogen van de persoon aan het heldere licht waardoor de kans
op rode ogen wordt verkleind.
Trage synchronisatie (1e sluitergordijn) #SLOW
De trage synchronisatieflits is bedoeld voor lange
sluitertijden. Normaliter kunt u bij het fotograferen met een
flitser geen al te lange sluitertijden instellen om
camerabewegingen te voorkomen. Maar als u een
onderwerp tegen een nachtelijke achtergrond fotografeert,
wordt bij kortere sluitertijden de achtergrond te donker. Met
trage synchronisatie kunt u zowel de achtergrond als het
onderwerp goed belichten. Omdat u met een lange sluitertijd
werkt, gebruikt u een statief om camerabewegingen te elimineren.
1e sluitergordijn
Normaliter ontsteekt de flitser direct nadat de sluiter volledig geopend is. Dit wordt het 1e sluitergordijn
genoemd. Tenzij u dit verandert, is dit de standaardmanier waarop de flitser ontsteekt.
Trage synchronisatie (2e sluitergordijn) #SLOW2
Bij een "2e sluitergordijn-flits" ontsteekt de flitser pas net voordat de sluiter dichtgaat. Door het flitsmoment te
wijzigen, kunt u interessante effecten bereiken, bijvoorbeeld het suggereren van beweging door de achterlichten
van een rijdende auto als strepen weer te geven. Hoe langer de sluitertijd, des te sterker zal het effect zijn. Wat
de langst mogelijke sluitertijd is, hangt af van het gekozen programma.
Als de sluitertijd op 2 seconden is gezet
2e sluitergordijn
2 sec
Sluiter gaat dicht
2 sec
1e sluitergordijn: flitser ontsteekt
2e sluitergordijn: flitser ontsteekt
De ogen van
het gefotogra-
feerde onder-
werp zijn rood.
1e sluitergordijn
0
Sluiter helemaal open
3
25
NL