Instellen van de functies
Fotofunctievenster
Zodra u de cameraschakelaar op ON zet, verschijnt op de LCD-monitor het
1
fotofunctievenster met informatie.
g "Overzichtstekening van de camera" (blz. 4)
• De weergave verandert bij elke druk op knop INFO.
• Zodra u de functieknop op g zet, verschijnt het motiefmenu. (g blz. 15)
Fotofunctievenster
Normaal
Functies instellen
U kunt de functies van deze camera op drie manieren instellen.
• Instellen terwijl u naar het fotofunctievenster kijkt (g blz. 12)
• Instellen met behulp van de directe knoppen (g blz. 13)
• Instellen vanuit het menu (g blz. 13)
Functies instellen vanuit het fotofunctievenster
Selecteer een functie in het fotofunctievenster en verander de instelling.
1
Druk op knop i .
g "Overzichtstekening van de camera" (blz. 4)
• Op het fotofunctievenster verschijnt de cursor.
Fotofunctievenster
2
Met de pendelknop
instellen.
Bijvoorbeeld bij het instellen van de witbalans
3
Draai de instelknop om de instelling te veranderen.
• Door op de knop i te drukken terwijl de functie geselecteerd is, verschijnt het menu voor
die functie. Draai de instelknop om de instelling te veranderen.
• Als u na het instellen enkele seconden wacht, wordt uw instelling bevestigd en verschijnt
het fotofunctievenster opnieuw.
12
NL
Gedetailleerd
Cursor
verplaatst u de cursor naar de functie die u wilt
p
Uit
Directmenu