6
Druk de ontspanknop half in.
• De camera en de flitser wisselen nu informatie uit over de ISO-waarde, de
diafragmawaarde en de sluitertijd.
• # blijft continu zichtbaar in de zoeker.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
• Bij fotograferen met de flitsregeling in de stand TTL AUTO, ontsteekt de hoofdflits pas na een reeks
inleidende flitsen.
• Met de flitsregeling op TTL AUTO, of bij een onderwerp op grotere afstand met een ISO-waarde van 400
3
of hoger, zal de nauwkeurigheid van de flitsregeling afnemen.
Super FP-flitser
Super FP flash is beschikbaar met de FL-50 of FL-36. Super FP
flits duurt qua tijd langer dan een gewone flits. Dit houdt in dat u
hiermee foto's kunt maken met een kortere sluitertijd dan bij
normale flitsopnamen.
Ook invulflitsen met een ver geopend diafragma (zoals bij
portretopnamen buitenshuis) zijn mogelijk met Super FP. Meer
informatie vindt u in de handleiding van de externe flitser.
• Als u na het handmatig bijregelen van de scherpstelling de ontspanknop loslaat en opnieuw half indrukt,
wordt uw scherpstelling ongedaan gemaakt en stelt de camera opnieuw scherp.
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers
Bij gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers dan de speciaal voor deze camera bedoelde
flitsers dient u het programma M te kiezen. Meer informatie over flitser die niet speciaal op deze
camera zijn afgestemd, vindt u op .
g "In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld" (blz. 31).
1
Schuif het kapje uit de flitsschoen om de externe flitser te kunnen
bevestigen.
2
Selecteer de fotofunctie M (Manual) en stel vervolgens de
diafragmawaarde en de sluitertijd in.
• Zet de sluitertijd op 1/180 s of langer. Bij kortere sluitertijden zijn andere, in de handel
verkrijgbare flitsers onbruikbaar.
• Bij een lange sluitertijd is de kans op onscherpe foto's groter.
3
Schakel de flitser in.
• Zorg dat u de flitser pas inschakelt nadat die op de camera is bevestigd.
4
Stel op de camera de ISO-waarde en de diafragmawaarde zo in dat dit
overeenkomt met de instelling van de flitser.
• Raadpleeg de handleiding van de flitser over mogelijke instellingen.
• De flitser ontsteekt telkens als u de ontspanknop (helemaal) indrukt. Als u de flitser even niet wenst te
gebruiken, schakelt u de flitser gewoon uit.
• Controleer vooraf of de gebruikte flitser wel gesynchronisserd is met de camera.
30
NL
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
Super FP-flitser
Gedetailleerde weergave in het
fotofunctievenster