Externe elektronenflitsers (optioneel)
Behalve van de ingebouwde flitser kunt u ook gebruik maken van externe flitsers die geschikt zijn
voor deze camera. Hiermee beschikt u bij flitsopnamen over een grotere verscheidenheid van
flitstechnieken, waarmee u aan uiteenlopende lichtomstandigheden tegemoet kunt komen.
De externe flitsers communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera kunt
uitbreiden met andere flitserfuncties zoals TTL AUTO en Super FP. De externe flitser kunt u
bevestigen op de flitsschoen van de camera.
Meer informatie vindt u in de handleiding van de externe flitser.
Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers
Optionele flitser
Flitserfunctie
RG (richtgetal)
(ISO100)
* Berekend op basis van een kleinbeeldcamera.
• De optionele flitser FL-40 kunt u niet gebruiken.
Gebruik van een externe elektronenflitser
Schakel de flitser altijd pas in nadat u hem op de camera hebt bevestigd.
1
Schuif het afdekkapje uit de flitsschoen zoals
aangegeven door de pijl in de afbeelding.
• Bewaar het afdekkapje van de flitsschoen op een veilige plek
zodat u het niet verliest en zet het nadat u uw flitsopnamen
gemaakt hebt weer op de camera.
2
Schuif de flitser in de flitsschoen.
• Als de vergrendelpen uitsteekt, verdraait u de
vergrendelring zo ver mogelijk in de tegengestelde
richting van LOCK. Hierdoor wordt de
vergrendelpen naar binnen getrokken.
3
Schakel de flitser in.
• Als de laadindicator op de flitser gaat branden, is het opladen
voltooid.
• De flitser is gesynchroniseerd met de camera bij sluitertijden
van 1/180 seconde of korter.
4
Selecteer een flitserfunctie.
5
Selecteer de gewenste flitserfunctie.
• Kies voor normaal gebruik de instelling TTL AUTO.
FL-50
TTL AUTO, AUTO, MANUAL,
FP TTL AUTO, FP MANUAL
*
RG50 (85 mm
)
RG36 (85 mm
*
RG28 (24 mm
)
RG26 (24 mm
Opmerkingen
FL-36
FL-20
TTL AUTO,
AUTO, MANUAL
*
)
RG20 (35 mm
*
)
Vergrendelpen
RF-11 TF-22
TTL AUTO,
MANUAL
*
)
RG11
RG22
Vergrendelring
29
NL
3