Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt (scherpstelgeheugen)
Het is mogelijk dat in onderstaande gevallen het autofocussysteem van de camera er niet in slaagt
scherp te stellen op het onderwerp (bijv. als het onderwerp niet in het midden van het AF-kader
staat, als het onderwerp een geringer contrast heeft dan zijn omgeving, enz.). Als dit gebeurt, kunt
u het beste het scherpstelgeheugen (focus lock) gebruiken.
Scherpstellen met het scherpstelgeheugen
(als het onderwerp zich niet in het midden van het AF-kader bevindt)
1
Pas het AF-kader aan aan het onderwerp waarop
u wilt scherpstellen en druk de ontspanknop half
in tot de AF-bevestiging verschijnt.
3
• De ingestelde scherpstelling wordt vastgehouden. De AF-
bevestiging en en het AF-kader lichten op in de zoeker.
• Als de AF-bevestiging nog steeds knippert, drukt u de
ontspanknop opnieuw half in.
• Het fotofunctievenster verdwijnt.
g "Overzichtstekening van de camera" (blz. 4)
2
Verplaats de gewenste compositie met half
ingedrukte ontspanknop en druk de knop dan
helemaal in.
• De indicatie-LED Dataverkeer knippert terwijl de foto op het
geheugenkaartje wordt opgeslagen.
Als het onderwerp een geringer contrast heeft dan zijn omgeving
Als het contrast van het onderwerp gering is, bijvoorbeeld wanneer de belichting niet voldoende is
of het onderwerp door mist niet goed zichtbaar, is het mogelijk dat de camera er niet in slaagt zich
scherp te stellen. Stel scherp (scherpstelgeheugen) op een onderwerp met een hoog contrast dat
even ver van de camera verwijderd is als het onderwerp dat u wilt fotograferen, kies daarna de
gewenste beeldcompositie en maak de opname.
Auto bracketing (Automatische proefbelichting)
U kunt deze functie gebruiken als u niet zeker weet of de instellingen van de diafragmawaarde of
de witbalans goed zijn en ze niet kunt blijven veranderen om de opname opnieuw te maken.
Met deze camera kunt u de volgende soorten auto bracketing uitvoeren:
Auto bracketing
AE bracketing (belichting
variëren)
*
WB bracketing
variëren)
MF bracketing
(scherpstelling variëren)
Flash bracketing
(flitssterkte variëren)
* WB bracketing kunt u tegelijkertijd gebruiken met andere bracketing-functies.
22
NL
Maakt meerdere opnamen met verschillende
belichtingen.
(witbalans
Maakt meerdere opnamen met verschillende
witbalansinstellingen.
Maakt meerdere opnamen met verschillende
scherpstelpunten.
Maakt meerdere opnamen met telkens een andere
hoeveelheid flitslicht.
Vergelijking
AF-kader (autofocus)
AF-bevestiging
Zie blz.
blz. 23
blz. 24
blz. 24
blz. 28