Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

M: Handmatig Fotograferen; Ruis In Foto's - Olympus E-330 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

TIPS
De foto is onscherp
→ Tijdens macro- en ultrateleopnamen neemt de kans dat bewegingsonscherpte uw foto's bederft
aanzienlijk toe. Om dit te voorkomen, kiest u een kortere sluitertijd, of gebruikt u een statief met
1 of 3 poten.
De diafragma-aanduiding blijft knipperen, ook al hebt u de sluitertijd veranderd.
→ Als hoogst mogelijke diafragmawaarde blijft knipperen, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op een
lagere waarde, of gebruikt u een apart verkrijgbaar ND-filter (Neutral Density- of grijsfilter) om
de hoeveelheid invallend licht te temperen.
g "ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instellen" (blz. 44)
→ Als laagst mogelijke diafragmawaarde blijft knipperen, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op een
hogere waarde. g "ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instellen" (blz. 44)
Het interval van belichtingsstappen (EV-stappen) wijzigen: g "EV-stap" (blz. 62)

M: Handmatig fotograferen

Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma. U kunt zien hoeveel het
afwijkt van de juiste belichting door de belichtingsindicator te gebruiken. Hierbij hebt u creatief de
vrije hand, zodat u elke gewenste instelling kunt maken, onverschillig of de opname goed belicht
wordt of niet. U kunt zo ook tijdopnamen maken van bijv. de sterrenhemel of vuurwerk.
g "Tijdopnamen" (blz. 20)
Stel de functieknop op M in en draai de instelknop om de diafragmawaarde
in te stellen.
• Om de sluitertijd
Om de diafragmawaarde : in te stellen, draait u de instelknop terwijl u de knop
De instelling [DIAL] biedt u de mogelijkheid, de tegenovergestelde instelling te nemen.
g "De functie van de instelknop aanpassen" (blz. 64)
• Het aantal beschikbare diafragmawaarden hangt af van het gebruikte lenstype.
• De sluitertijd kunt u instellen tussen 1/4000 – 60" (s) of [BULB].
• Bij het verdraaien van de instelknop worden de diafragmawaarde en de sluitertijd in stappen van
1/3 EV gewijzigd. U kunt ook de stappen veranderen met de voorkeursinstellingen. g "EV-
stap" (blz. 62)
• In het fotofunctievenster verschijnt de
belichtingsindicator die het verschil aangeeft
(over een bereik van –3 EV tot +3 EV) tussen
de belichting volgens uw huidige instelling
(diafragma en sluitertijd), en de optimale
belichting zoals de camera die heeft
berekend.

Ruis in foto's

Bij het fotograferen met lange sluitertijden (30 seconden of
langer), kan op het scherm beeldruis verschijnen, of de
linkerbovenhoek van het beeld in de monitor kan te helder zijn.
Deze verschijnselen kunnen optreden als in delen van het
beeldopneemelement die normaliter niet aan licht worden blootgesteld, elektrische stromen gaan
vloeien waardoor de temperatuur van het beeldopneemelement of van de stuurschakelingen ervan
stijgt. Dit kan ook gebeuren als u met een hoog ingestelde ISO-waarde fotografeert in een omgeving
waar een hoge temperatuur heerst. Deze ruis kunt u verminderen met de functie NOISE
REDUCTION (ruisonderdrukking). g "Ruisonderdrukking" (blz. 49)
: in te stellen, draait u de instelknop.
F (belichtingscorrectie) ingedrukt houdt.
Belichtings-
indicator
Onderbelichting
Overbelichting
Optimale belichting
19
NL
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave