Pagina 1
Basisgids DIGITALE CAMERA Leer de E-400 gebruiken Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen – Fotogidsen Handleiding Fotografeerfuncties Weergavefuncties Instellingen en functies aanpassen volgens uw wensen Printen Gebruik van de OLYMPUS Master software Uw camera beter leren kennen Informatie Verwisselbare lenzen...
Pagina 2
Lees hoofdstuk 1 om het basisgebruik van de camera te leren voordat u verdergaat met de verschillende functies van deze camera. • Bediening van de camera g “Leer de E-400 gebruiken“ (blz. 14) • Leer de functies in de fotogidsen te gebruiken g “Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen –...
Pagina 3
Basisgids Camerariem bevestigen Breng de camerariem aan zoals aangegeven door de pijlen (1, 2). Trek de camerariem tenslotte strak om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit (3). De batterij gereedmaken voor gebruik Batterij laden. Lithium-ionbatterij (BLS-1) Indicator voor laadtoestand Rood licht: Bezig met opladen Groen lichtje: Opladen voltooid Lithium-ionlaadapparaat (BCS-1)
Pagina 4
Een lens op de camera bevestigen Verwijder de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens. Achterkap van de lens Beschermkap van de camera Een lens op de camera bevestigen. Markering voor lenskoppeling (rood) • Houd de rode koppelingsmarkering op de lens Positioneringsmarkering tegenover de rode markering op de camera, en (rood)
Pagina 5
Het kaartje plaatsen Open het klepje van het kaartje en plaats het kaartje. Compact Flash / Microdrive xD-Picture Card Steek het contactvlak van het kaartje zo ver Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat mogelijk in de sleuf. het op zijn plaats vastklikt. -teken Klepje van het kaartje Indicatie-LED...
Pagina 6
Camera inschakelen Zet de cameraschakelaar op ON. Om de camera uit te schakelen, zet u de cameraschakelaar op OFF. Zet de functieknop op AUTO. SSWF-indicator INFO-knop LCD-monitor Zodra u de camera inschakelt, verschijnt het bedieningspaneel op de monitor. Als het scherm met het bedieningspaneel niet verschijnt, drukt u op de INFO-knop.
Pagina 7
Datum en tijd instellen Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het kaartje. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt. Druk op de MENU-knop.
Pagina 8
Fotograferen Vasthouden van de camera. Zorg ervoor dat u uw vingers en de camerariem niet voor de lens en de flitser houdt. Horizontale stand Verticale stand Richt het autofocuskader op het onderwerp terwijl u door de zoeker kijkt. Scherpstellen. Half indrukken Druk de ontspanknop voorzichtig (half) in.
Pagina 9
Weergeven / Wissen Beelden weergeven Door de q-knop (weergeven) in te drukken wordt het laatst gefotografeerde beeld weergegeven. q-knop Geeft het volgende beeld Geeft het vorige weer beeld weer Pendelknop Gezoomd weergeven Telkens als u de regelaar richting U draait, wordt het beeld vergroot in stappen van 2x – 14x. Regelaar Beelden wissen Geef de foto weer die gewist moet worden en druk op de S-knop (wissen).
Pagina 10
Inhoudsopgave 1 Leer de E-400 gebruiken ................... 14 Beschrijft de functies van de camera en hoe u deze bedient. Gebruik van de functieknop ......................14 Programma's voor gemakkelijk fotograferen ..............14 Geavanceerde programma's .....................14 Instellen van de functies ......................15 Functies instellen.......................15 Functies instellen met behulp van het scherm met het bedieningspaneel ......15 Instellen met behulp van de directe knoppen..............17...
Pagina 11
Enkelbeeldopnamen / repeterende opnamen................39 Fotograferen met de zelfontspanner..................40 Fotograferen met de afstandsbediening ...................41 Scherpstelfuncties AF-kader selecteren .........................43 Scherpstelfunctie ........................43 S-AF – fotograferen met eenmaal scherpstellen ...............44 De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF) ..........44 C-AF - fotograferen met continu scherpstellen..............44 De methodes C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF) ..........45 Handmatig scherpstellen (MF) ..................45 Belichting, beeld en kleur...
Pagina 12
OLYMPUS Master starten......................79 Beelden vanuit de camera weergeven op uw computer............79 Beelden overbrengen om ze op te slaan op uw computer ..........79 Camera loskoppelen van de computer................80 Stilstaande beelden bekijken ....................81 Beelden overbrengen naar uw computer zonder OLYMPUS Master te gebruiken....81...
Pagina 13
8 Uw camera beter leren kennen ................. 82 Kijk hier als u hulp nodig hebt of als u meer over de camera wilt weten. Fotografeertips en -gegevens ....................82 Tips voordat u gaat fotograferen ..................82 Fotografeertips ........................83 Aanvullende fotografeertips en -gegevens ................86 Weergavetips........................87 Bekijken van foto's op een computer.................88 Als er foutmeldingen verschijnen ....................88...
Pagina 14
1 Leer de E-400 gebruiken Gebruik van de functieknop De functieknop biedt u de mogelijkheid de camera-instellingen moeiteloos aan het onderwerp aan te passen. Sommige instellingen kunnen ook worden aangepast aan de lichtomstandigheden. Programma's voor gemakkelijk fotograferen • Selecteren afhankelijk van de te fotograferen scène. De camera stelt de juiste lichtomstandigheden automatisch in.
Pagina 15
Instellen van de functies Functies instellen U kunt de functies van deze camera op drie manieren instellen. • Instellen terwijl u naar het scherm met het bedieningspaneel kijkt (zie hieronder) • Instellen met behulp van de directe knoppen (g blz. 17) •...
Pagina 16
Draai de regelaar om de instelling te veranderen. • Door op de i-knop te drukken terwijl de functie geselecteerd wordt, verschijnt het directmenu voor die functie. Draai de regelaar om de instelling te veranderen. • Als u de i-knop indrukt of de regelaar niet binnen enkele seconden bedient, wordt uw instelling bevestigd en verschijnt het scherm met het bedieningspaneel opnieuw.
Pagina 17
Instellen met behulp van de directe knoppen Deze camera is uitgerust met directe knoppen waar functies vastgelegd zijn en snel ingesteld kunnen worden. Druk op de knop die bestemd is voor de functie die u wilt instellen. • Het directmenu verschijnt. Regelaar Bijv.) Instellen van Repeterende opnamen / Zelfontspanner / Fotograferen met de afstandsbediening...
Pagina 18
Selecteer het gewenste tabblad met p. • De functies zijn gerangschikt in tabbladen. CUSTOM RESET SETTING Functie Tabblad De huidige instelling verschijnt op het scherm Gaat naar elk instelmenu (sommige Hiermee gaat u naar functies functies kunnen in het menu ingesteld binnen het geselecteerde tabblad.
Pagina 19
Beschrijvingen in deze handleiding De gebruiksaanwijzingen van het scherm met het bedieningspaneel, directe knoppen en menu worden in deze handleiding als volgt beschreven. Scherm met het Instelmenu directe knoppen Instelmenu menu bedieningspaneel Scherm met het bedieningspaneel Bijv.: Bij het instellen van Afstandsbediening / Zelfontspanner / Repeterende opnamen i p: j / <...
Pagina 20
2 Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen – Fotogidsen Gidsen voor basisfuncties Maak vaak foto's om aan de camera te wennen. U kunt beginnen met het fotograferen van onderwerpen bij u in de buurt zoals kinderen, bloemen of huisdieren. Probeer bij de gemaakte foto's te ontdekken wat fout is gegaan.
Pagina 21
Kleur: Witbalans Behalve zonlicht zijn er andere lichtbronnen, zoals gloeilamplicht en TL-licht, die het onderwerp kunnen verlichten. Anders dan zonlicht, bevatten deze lichtbronnen bepaalde kleuren. Daarom vertoont hetzelfde onderwerp, onder verschillende lichtomstandigheden gefotografeerd, andere kleuren. Zelfs bij zonlicht is het resultaat afhankelijk van de lucht, schaduw, bomen of gebouwen enz.
Pagina 22
Witbalans gebruiken De kleur van water is bij een meer omgeven door bossen anders dan bij een tropische oceaan. Om het subtiele kleurverschil vast te leggen, kunt u de instelling van de witbalans veranderen. Het is waarschijnlijk moeilijk met een automatische instelling de subtiele kleuren vast te leggen van een meer dat de groene bladeren van de bomen reflecteert of van een oceaan omringd door koraal.
Pagina 23
Bloemen fotograferen Opnamen van bloemen varieren van een paar in het wild groeiende bloemen tot een heel bloemenveld. De manier van fotograferen is afhankelijk van wat u wilt bereiken met uw foto. Witbalans gebruiken Bloemen hebben heel verschillende kleuren, variërend van licht tot fel.
Pagina 24
Nachtopnamen maken Er zijn verschillende soorten nachtopnamen, varierend van het avondrood na een zonsondergang tot straatlicht in een donkere stad. Opnamen van een zonsondergang en van vuurwerk zijn ook een soort nachtopnamen. Het statief gebruiken Een statief is absoluut noodzakelijk als u nachtopnamen maakt, omdat de sluitertijd lang is in verband met de duisternis.
Pagina 25
3 Fotografeerfuncties Motiefprogramma Als u een programma voor een bepaalde situatie kiest, past de camera zijn instellingen optimaal aan de lichtomstandigheden aan. In tegenstelling tot het motiefprogramma van de functieknop, kunnen de meeste functies niet veranderd worden. Zet de functieknop op g. •...
Pagina 26
Diafragmawaarden en sluitertijden in de stand In de stand P is de camera zo geprogrammeerd, dat deze aan de hand van de helderheid van het onderwerp automatisch de diafragmawaarde en de sluitertijd kiest zoals hieronder wordt aangegeven. Het programma lijndiagram is afhankelijk van het type lens dat gebruikt wordt. Bij gebruik van de 14 –...
Pagina 27
Display in de zoeker als de ontspanknop half ingedrukt is. Sluitertijd Sluitertijd Diafragmawaarde Diafragmawaarde Onderbelicht als Overbelicht als de de sluiter- sluitertijdaanduiding AF-teken AF-teken tijdaanduiding knippert. Verhoog knippert. Kies de diafragma- een lagere waarde. Belichtings- Belichtings- diafragmawaarde (F-nummer). functie functie (F-waarde).
Pagina 28
Display in de zoeker als de ontspanknop half ingedrukt is. Sluitertijd Sluitertijd Diafragmawaarde Diafragmawaarde Als hoogst Als laagst mogelijke mogelijke diafragmawaarde diafragmawaarde blijft knipperen*, is AF-teken AF-teken blijft knipperen*, is er geen correcte er geen correcte belichting mogelijk Belichtings- Belichtings- belichting mogelijk (onderbelicht).
Pagina 29
• Op het scherm met het bedieningspaneel verschijnt de belichtingsmeter die het verschil aangeeft (binnen een bereik van –3 EV tot +3 EV) tussen de belichting volgens uw huidige instelling (diafragma en sluitertijd), en de optimale belichting zoals de camera die heeft berekend. Onderbelichting Overbelichting Belichtings-...
Pagina 30
Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt (scherpstelgeheugen) De autofocus van de camera kan misschien niet scherpstellen op het onderwerp zoals hieronder wordt beschreven, als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt. Als dit gebeurt, kunt u het beste het scherpstelgeheugen (focus lock) gebruiken. Scherpstelgeheugen (als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt) Pas het AF-kader aan het scherp te stellen onderwerp en druk de...
Pagina 31
Belichtingscorrectiewaarde: 0,3, 0,7 of 1,0 Aantal beelden: 3 Belichtingscor rectiewaarde MENU [X] [AE BKT] van de Stel dit in met p. volgende opname [OFF] / [3F 0.3EV] / [3F 0.7EV] / [3F 1.0EV] Zoeker Druk op de i-knop. Begin met fotograferen. •...
Pagina 32
Flitsen met onderdrukken van rode ogen ! In de stand “Flitsen met onderdrukken van rode ogen“ ontsteekt de hoofdflits pas na een reeks inleidende flitsen. Hierdoor wennen de ogen van de persoon aan het heldere licht waardoor de kans op rode ogen wordt verkleind. De ogen van uw onderwerp zien er rood uit.
Pagina 33
Trage synchronisatie (1e sluitergordijn) / flitsen met onderdrukken van rode ogen !SLOW Als u trage synchronisatie combineert met het gebruik van de flitser, kunt u deze functie ook gebruiken om rode ogen te onderdrukken. Als u een onderwerp tegen een nachtelijke achtergrond fotografeert kunt met deze functie het verschijnsel 'rode-ogen' onderdrukken.
Pagina 34
Flitserfuncties die beschikbaar zijn in verschillende programma's Scherm met Belichtings- Synchroni- Beperkte bedienings- Flitserfunctie Ontstekingsmoment functie satiemoment sluitertijden paneel AUTO Autoflitsen Ontsteekt automatisch 1/30 s – Autoflitsen in het donker en bij 1/180 s (rode ogen tegenlicht onderdrukken) sluitergordijn AUTO 60 s –...
Pagina 35
De flitserfunctie instellen (flash mode) Directe knoppen #-knop regelaar Scherm met het bedieningspaneel i p: FLASH MODE i Gebruik van de ingebouwde flitser Bij gebruik van een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 14 mm (vergelijkbaar met een 28 mm lens op een kleinbeeldcamera) kunnen bij het licht van de flitser de randen van de foto donkerder worden (vignettering).
Pagina 36
Regelen van de flitssterkte U kunt instellen hoe sterk het flitslicht moet zijn. Bij sommige situtaties krijgt u betere resutaten als u de flitssterkte aanpast, bijv. bij het fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt u het contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen) waardoor uw foto's levendiger worden.
Pagina 37
Gebruik van een externe elektronenflitser Schakel de flitser altijd pas in nadat u hem op de camera hebt bevestigd. Schuif het afdekkapje uit de flitsschoen zoals aangegeven door de pijl in de afbeelding. • Bewaar het afdekkapje van de flitsschoen op een veilige plek zodat u het niet verliest en zet het na het fotograferen met flits weer op de camera.
Pagina 38
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers Bij gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers dan de speciaal voor deze camera bedoelde flitsers, dient u de stand Fotograferen M te kiezen. Voor meer informatie over flitsers die niet speciaal op deze camera zijn afgestemd, zie “In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld“...
Pagina 39
Enkelbeeldopnamen / repeterende opnamen Enkelbeeldopnamen o 1 beeld bij elke druk op de ontspanknop (normale stand Fotograferen). Repeterende opnamen j 5 beelden of meer met 3 beelden / s zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. Bij alle foto's wordt de scherpstelling en de belichting van de eerst opname aangehouden.
Pagina 40
Fotograferen met de zelfontspanner Deze functie maakt fotograferen met de zelfontspanner mogelijk. U kunt hierbij de camera zo instellen dat de foto na 12 seconden of na 2 seconden wordt gemaakt. Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten. De zelfontspanner instellen : zelfontspanner na Directe knoppen...
Pagina 41
Fotograferen met de afstandsbediening Met behulp van de optionele afstandsbediening RM-1 kunt u een zelfportret of een opname bij nachtlicht maken zonder dat u de camera hoeft aan te raken. U kunt de camera zo instellen dat, na het indrukken van de ontspanknop op de afstandsbediening, de foto onmiddellijk of na 2 seconden wordt gemaakt.
Pagina 42
TIPS Het afstandsbedieningslampje knippert niet als u op de ontspanknop van de afstandsbediening drukt: Het uitgezonden signaal bereikt de camera niet als de ontvanger op de camera wordt blootgesteld aan fel licht. Houd de afstandsbediening dichter bij de camera en druk opnieuw op de ontspanknop van de afstandsbediening.
Pagina 43
AF-kader selecteren Normaliter meet de camera de afstand tot het onderwerp met Zoeker behulp van de drie AF-kaders in de zoeker en selecteert Centraal AF-kader vervolgens het meest geschikte scherpstelpunt. Met deze Linker AF- functie kunt u één bepaald AF-kader selecteren. kader [AUTO] of P (Auto) Scherpstelling met behulp van de drie...
Pagina 44
S-AF – fotograferen met eenmaal scherpstellen Zodra u de ontspanknop indrukt, stelt de camera één keer scherp. Als het scherpstellen mislukt, laat u de ontspanknop los en drukt u deze nogmaals half in. Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende onderwerpen. Druk de ontspanknop half in.
Pagina 45
De methodes C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF) Stel scherp met de scherpstelring en druk de ontspanknop half in om de C-AF-methode te activeren. • Als de ontspanknop ingedrukt is, is de MF-methode niet geactiveerd. • Als de ontspanknop niet ingedrukt is, kan MF worden gebruikt. TIPS Een andere manier om handmatig scherp te stellen met de methode C-AF U kunt de knop AEL / AFL instellen om C-AF met de instellingen van AEL/AFL te gebruiken.
Pagina 46
Dit zijn onverwerkte gegevens waarvan de witbalans, scherpte, contrast of kleur niet veranderd werden. Gebruik de OLYMPUS Master om ze als een beeld op de computer weer te geven. Ze kunnen met normale software niet weergegeven of geselecteerd worden voor printreservering.
Pagina 47
De beeldkwaliteit kiezen Scherm met het bedieningspaneel i p: D i Menu MENU [W] [D] [HQ] / [SQ] / [RAW+SHQ] / [RAW+HQ] / [RAW+SQ] / [RAW] / [SHQ] SQ – Het instellen van het aantal pixels en de compressiefactor U kunt het aantal pixels en de compressiefactor van [SQ] wijzigen. Deze instelling ziet men terug in de instelling [D].
Pagina 48
Metingsmethode – Metingssysteem wijzigen De camera kan de helderheid van het onderwerp op vijf manieren meten: Digitale ESP-meting, lichtmeting met nadruk op het centrum en drie soorten spotmeting. Selecteer de methode die het meest geschikt is voor de lichtomstandigheden. Scherm met het bedieningspaneel i p: METERING i [e] / [4] / [n] / [nHI] / [nSH] : Lichtmeting met nadruk op het centrum...
Pagina 49
Belichtingscorrectie – De helderheid van het beeld variëren Soms kunt u betere resultaten krijgen als u de belichting die de camera heeft berekend, handmatig bijregelt. Vaak komen heldere onderwerpen (zoals sneeuw) donkerder op de foto dan ze in feite zijn. Door een beetje over te belichten (belichtingscorrectie richting +) gaan deze tinten eruitzien zoals ze in werkelijkheid zijn.
Pagina 50
AE-lock – De belichting vasthouden De gemeten belichtingswaarde kunt u vasthouden met de AEL -knop (AE-lock). Gebruik AE-lock als u een andere belichting wilt toepassen dan de gebruikelijke belichting bij deze situatie. Door de ontspanknop half in te drukken worden gewoonlijk zowel AF (autofocus) als AE (automatisch belichting) vastgehouden, maar u kunt ook alleen de belichting vasthouden met behulp van de AEL -knop.
Pagina 51
Vooraf ingestelde witbalans In deze camera zijn 7 witbalansen (kleurtemperaturen) voorgeprogrammeerd (preset WB's) die geschikt zijn voor een groot aantal verlichtingssituaties, zowel binnenshuis als buitenshuis, inclusief TL- en gloeilampverlichting. Gebruik bijv. een preset WB om meer rood te krijgen in een opname van een zonsondergang, of creëer hiermee een warm effect bij kunstlichtopnamen.
Pagina 52
WB-stand Lichtomstandigheden Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden (als in de zoeker een witte beeldpartij AUTO zichtbaar is) Gebruik deze stand bij normaal fotograferen. Voor buitenopnamen op een heldere dag, of voor meer rode tinten bij een een 5 5300 K zonsondergang, of voor meer kleuren bij vuurwerk 3 6000 K Voor het fotograferen buiten op een bewolkte dag...
Pagina 53
TIPS De aangepaste witbalans controleren: Na het uitvoeren van stap 3 richt u de camera op het onderwerp om testopnamen te maken. Als u op de AEL -knop drukt, verschijnen de testbeelden die u met de huidige witbalansinstellingen hebt gemaakt. Alle instellingen van de witbalans in één keer aanpassen: Zie “Alle witbalansen corrigeren“...
Pagina 54
De afzonderlijke paramaters luiden als volgt. [CONTRAST] : Het verschil tussen lichte en donkere partijen. [SHARPNESS] : De scherpte van het beeld. [SATURATION] : De kleurdiepte van het beeld. [B&W FILTER] : Hiermee maakt u een beeld zwart/wit. De filterkleur wordt lichter en de complementaire kleur wordt donkerder.
Pagina 55
Ruisonderdrukking Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. Als de sluitertijd lang is, wordt ruisonderdrukking geactiveerd en de camera onderdrukt automatisch ruis om helderdere beelden te produceren.
Pagina 56
4 Weergavefuncties Enkel beeld / Gezoomd weergeven De basisprocedure voor het bekijken van foto's wordt hieronder q-knop beschreven. Regelaar Voordat u dit gaat doen, dient u echter eerst stap 1 hieronder uit te voeren. Druk op de q-knop (weergave). (Enkelbeeldweergave) •...
Pagina 57
Indexweergave / kalenderweergave Met deze functie kunt u op de monitor verschillende beelden Regelaar tegelijkertijd weergeven. Dit is handig als u tussen een aantal foto's een bepaalde foto wilt opzoeken. Telkens als u tijdens enkelbeeldweergave de regelaar in de richting van G draait, wijzigt het aantal beelden dat wordt weergegeven van 4 naar 9 naar 16 naar 25.
Pagina 58
Informatiedisplay Hiermee kunt u gedetailleerde informatie over een foto oproepen. Informatie over de beeldhelderheid kunt u ook laten weergeven met een histogram en highlight-weergave (lichte partijen). Druk meerdere keren op de INFO-knop tot de gewenste informatie verschijnt. • De instelling wordt opgeslagen en verschijnt als het informatiedisplay de volgende keer opgeroepen wordt.
Pagina 59
Diashow Hierbij worden de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, één voor één weergegeven. De diashow begint bij het beeld dat op het scherm staat, en laat de volgende beelden 5 seconden lang op het scherm verschijnen. U kunt de diashow starten vanuit de indexweergave. Het aantal beelden dat de diashow laat zien, kunt u instellen op 1, 4, 9, 16 of 25.
Pagina 60
Weergave op een televisie Gebruik de bijgeleverde videokabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te geven. Schakel eerst de camera en de televisie uit en sluit de videokabel aan zoals aangegeven in de afbeelding. q-knop Zet de televisie aan en zet deze in Multiconnector op de videostand.
Pagina 61
MENU [q] [EDIT] Bevestig het bestandstype vanaf hier. RAW of SHQ, HQ, SQ (= JPEG) Selecteer met bd de beelden die u wilt bekijken. Druk op de i-knop. • De camera herkent het bestandstype van de beeldgegevens. • Bij het bewerken van andere beelden, gebruikt u bd om het beeld te selecteren.
Pagina 62
Beelden kopiëren Hiermee kunt u beelden van het ene naar het andere geheugenkaartje kopiëren, van xD-Picture Card naar CompactFlash/Microdrive, en omgekeerd. U kunt dit menu selecteren als er twee geheugenkaartjes in de camera zitten. Het geselecteerde kaartje is de bron van waaruit u gaat kopiëren.
Pagina 63
Beelden beveiligen – Per ongeluk wissen voorkomen Beveilig de beelden die niet mogen worden gewist. Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de functie “enkel beeld / alle beelden wissen“. Enkelbeeldbeveiliging Geef het beeld weer dat beveiligd moet worden en druk op 0-knop de 0-knop (beveiligen).
Pagina 64
Beelden wissen Hiermee kunt u opnamen wissen. U kunt kiezen tussen enkel beeld wissen, waarbij alleen het momenteel weergegeven beeld wordt gewist; alle beelden wissen, waarbij alle beelden worden gewist die op het kaartje staan; of geselecteerde beelden wissen, waarbij alleeen de geselecteerde beelden worden gewist.
Pagina 65
5 Instellingen en functies aanpassen volgens uw wensen Uw eigen reset-instelling Normaliter blijven uw camera-instellingen (inclusief uw wijzigingen) bewaard als u de camera uitschakelt. Bij deze camera kunt u met [RESET] de standaardinstellingen af fabriek herstellen, en u kunt onder [RESET1] en [RESET2] twee verschillende reset-instellingen vastleggen die u later kunt gebruiken.
Pagina 66
Functies die u kunt vastleggen onder CUSTOM RESET SETTING, en functies waarvan de standaardinstellingen af fabriek worden hersteld Vastleggen als custom Functie Standaardinstellingen af fabriek reset PICTURE MODE VIVID GRADATION NORMAL ±0 RUISONDERDRUKKING AUTO AUTO METERING (lichtmeting) FLASH MODE Autoflitsen ±0 j / <...
Pagina 67
Stand AEL/AFL U kunt in plaats van de ontspanknop ook de AEL -knop gebruiken om scherp te stellen of te meten. U kunt de knop op de volgende manieren gebruiken. • Als u op een onderwerp wilt scherpstellen en dan de compositie van de foto wilt veranderen. •...
Pagina 68
Ander functie-instellingen AEL/AFL memo U kunt de belichting vasthouden en behouden door op de AEL -knop (AE-lock) te drukken. MENU [Y] [AEL / AFL MEMO] [ON] : Druk op de AEL -knop om de belichting vast te houden en te behouden. Druk opnieuw op de knop om het behouden van de belichting te annuleren.
Pagina 69
[TEST PICTURE] Door op de ontspanknop te drukken terwijl u de <-knop indrukt, kunt u de zojuist genomen foto op de monitor controleren zonder de foto op het kaartje te hoeven opslaan. Dit is handig als u eerst wilt kijken of een foto goed gelukt is voordat u deze gaat opslaan. [PREVIEW] Terwijl u de <-knop ingedrukt houdt, kunt u de preview-functie gebruiken.
Pagina 70
Voor het aansluiten op een pc en het overzetten van gegevens naar die pc. Selecteer deze stand ook als u via een pc-aansluiting de OLYMPUS Master-software wilt gebruiken. [CONTROL] Hiermee kunt u de camera via een pc bedienen met behulp van de optionele OLYMPUS Studio-software. [<EASY] Voor aansluiting op een printer die compatibel is met PictBridge.
Pagina 71
Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels ook andere talen kiezen. MENU [Z] [W] Gebruik ac om de gewenste taal te selecteren. • Met de bij uw camera geleverde OLYMPUS Master software kunt u uw camera van nog andere talen voorzien. Raadpleeg 'Help' in de OLYMPUS Master software voor details.
Pagina 72
6 Printen Printreservering (DPOF) Printreservering Het printreserveringssysteem biedt u de mogelijkheid om samen met de op het kaartje opgeslagen beelden ook printgegevens (het aantal prints en datum- en tijdinformatie) op te slaan. Steek het kaartje dat de opgeslagen foto's bevat in de camera. De met printreservering opgeslagen beelden kunt u op de volgende manieren printen.
Pagina 73
Selecteer [SET] en druk op de i-knop. Alle beelden reserveren Past printreservering toe op alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen. Het aantal prints is ingesteld op 1. MENU [q] [<] Selecteer [U] en druk op de i-knop. Gebruik i om het formaat voor datum en tijd te selecteren. [NO] De beelden worden zonder datum en tijd geprint.
Pagina 74
Direct printen (PictBridge) Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen. Om vast te stellen of uw printer wel of niet geschikt is voor PictBridge raadpleegt u de handleiding van de printer. PictBridge De norm die het u mogelijk maakt om digitale camera's en printers van verschillende fabrikanten op elkaar aan te sluiten en u toelaat om foto's rechtstreeks van de camera te printen.
Pagina 75
Gebruik p om [<EASY] of [<CUSTOM] te selecteren. Als u [<EASY] selecteert • Ga naar “Eenvoudig printen“ (blz. 75). Als u [<CUSTOM] selecteert • [ONE MOMENT] verschijnt terwijl camera en printer met elkaar verbonden worden. Ga naar “Printen volgens de specificatie van de klant“ (blz. 75). x Opmerkingen •...
Pagina 76
[SIZE] Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt. [BORDERLESS] Selecteert of de foto op een volledige pagina wordt geprint of binnen een blanco kader. [PICS / SHEET] Selecteert het aantal beelden per blad. Dit verschijnt als u de functie [MULTI PRINT] hebt geselecteerd.
Pagina 77
7 Gebruik van de OLYMPUS Master software Werkvolgorde Sluit de camera met het USB-kabeltje aan op een computer. Met de meegeleverde OLYMPUS Master software kunt u nu eenvoudig beelden die op het kaartje zijn opgeslagen overbrengen naar de computer. Voor te bereiden •...
Pagina 78
• Macintosh iPhoto is de standaard software voor het beheren van beelden voor Mac OS. Sluit u uw digitale Olympus-camera voor de eerste keer aan, dan wordt automatisch het applicatieprogramma iPhoto opgestart. Sluit iPhoto en start OLYMPUS Master. x Opmerkingen...
Pagina 79
• De eerste keer dat u het programma start, verschijnt het dialoogvenster waarin u om uw gebruikerinformatie wordt gevraagd. In dit venster voert u uw [naam] in en het [serienummer van OLYMPUS Master], zoals dat is afgedrukt op het etiket van OLYMPUS Master. Vervolgens selecteert u uw regio.
Pagina 80
Klik op (Van camera). • Het venster met daarin de bestanden die u wilt kopiëren verschijnt. Getoond worden de thumbnails van alle in de camera opgeslagen beelden. Selecteer het beeldbestand dat u op de computer wilt opslaan en klik dan op de knop [Transfer Images] (Beelden overbrengen).
Pagina 81
• Op computers die onder besturing van Windows 98SE werken moet u een USB-driver installeren. Voordat u de camera met het USB-kabeltje op uw computer aansluit, dubbelklikt u op het bestand in de volgende map op de meegeleverde CD-ROM met OLYMPUS Master. Installeert u OLYMPUS Master, dan wordt tegelijkertijd de USB-driver geïnstalleerd.
Pagina 82
8 Uw camera beter leren kennen Fotografeertips en -gegevens Tips voordat u gaat fotograferen De camera schakelt niet in, zelfs niet als een batterij geplaatst is De batterij is niet volledig opgeladen • Laad de batterij op met het laadapparaat. De batterij werkt tijdelijk niet wegens een te lage temperatuur •...
Pagina 83
Fotografeertips Scherpstellen op het object Er zijn verschillende manieren om scherp te stellen, afhankelijk van het object. AF-kader is niet op het onderwerp scherpgesteld • Gebruik het scherpstelgeheugen om het AF-kader op het onderwerp scherp te stellen. g “Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt (scherpstelgeheugen)“ (blz. 30) Andere dingen dan het onderwerp worden op de respectievelijke AF-kaders scherpgesteld •...
Pagina 84
Foto's maken zonder bewegingsonscherpte Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat het beeld onscherp wordt. Het onderwerp is te donker • Verander de sluitertijd om deze aan de helderheid van het onderwerp aan te passen. Als de sluitertijd lang is ingesteld om een donker onderwerp te fotograferen, is het goed mogelijk dat de opname onscherp wordt als het onderwerp beweegt.
Pagina 85
Foto's maken met de juiste kleur De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is de lichtbron die het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren kan bepalen. In normale gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans, maar afhankelijk van het onderwerp kan het beter zijn om te experimenteren met het wijzigen van de [WB]-instelling.
Pagina 86
Gebruik een kaartje met een grote opslagcapaciteit. Gebruik van een nieuw kaartje Als u een kaartje gebruikt van een andere merk dan Olympus of een kaartje met een andere toepassing, zoals voor een computer, wordt de melding [CARD FULL] weergegeven. Om het kaartje met deze camera te gebruiken, dient u de [FORMAT]-functie te gebruiken om het kaartje te formatteren.
Pagina 87
De optimale beeldkwaliteit selecteren Beeldkwaliteiten worden in 2 hoofdtypes ingedeeld: RAW en JPEG. RAW neemt op zonder rekening te houden met de instellingen voor belichtingscorrectie, witbalans, enz op de beelden zelf. JPEG neemt op als beelden die met deze instellingen rekening houden. JPEG comprimeert ook beelden om de bestandsgrootte te verkleinen als u ze opneemt.
Pagina 88
Opgenomen beelden in RAW bekijken • Installeer de OLYMPUS Master software van de meegeleverde CD-ROM. U kunt de RAW- ontwikkelingsfunctie in OLYMPUS Master gebruiken om het beeld op de instelling van tijdens het fotograferen te zetten en gedetailleerde instellingen van belichtingscorrectie en witbalans te veranderen.
Pagina 89
Indicaties in de Indicatie op de Mogelijke oorzaak Oplossing zoeker monitor Er heeft zich een Gebruik de probleem met de beeldbewerkingssoftware om het geselecteerde foto beeld op een PC te bekijken. voorgedaan, waardoor dit Lukt dat niet, dan is het Geen indicatie beeld met de camera niet beeldbestand beschadigd.
Pagina 90
Als er stof of vuil op het beelopneemelement komt, kunnen er zwarte stippen op de foto verschijnen. Als dit gebeurt, neem dan contact op met uw geautoriseerde servicecentrum van Olympus om het beeldopneemelement te laten reinigen. Het beeldopneemelement is een precisiecomponent dat gemakkelijk beschadigd raakt. Als u het beeldopneemelement zelf renigt, dient u de instructies hieronder op te volgen.
Pagina 91
De lens uit de camera verwijderen. Zet de cameraschakelaar op ON. MENU [Z] [CLEANING MODE] Druk op d en druk vervolgens op de i-knop. • De camera gaat in de reinigingsstand. Druk de ontspanknop helemaal in. • De spiegel gaat omhoog en het sluitergordijn gaat open. Reinig het beeldopneemelement.
Pagina 92
9 Informatie Info over het kaartje Toepasbare geheugenkaartjes Met “Kaartje” in deze handleiding wordt een opslagmedium bedoeld. In deze camera kunt u de volgende geheugenkaartjes gebruiken: CompactFlash, Microdrive en xD-Picture Card (optioneel). CompactFlash Microdrive xD-Picture Card Een CompactFlash-kaart Een Microdrive is in feite een Een xD-Picture Card is bevat een chip met een groot compacte harde schijf met veel...
Pagina 93
De geheugenkaart formatteren Kaartjes van andere merken dan Olympus, en kaarten die op een computer zijn geformatteerd, moet u eerst met deze camera formatteren voordat u ze kunt gebruiken. Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op het kaartje staan, ook eventuele beveiligde opnamen.
Pagina 94
Menulijst Fotografeermenu Tabblad Functie Instelling Zie blz. CARD SETUP blz. 64 ALL ERASE / FORMAT (kaartinstelling) blz. 93 RESET CUSTOM RESET RESET1 SET / RESET blz. 65 SETTING RESET2 SET / RESET hVIVID / iNATURAL / jMUTED / MONOTONE / PICTURE MODE blz.
Pagina 95
Weergavemenu Tabblad Functie Instelling Zie blz. / L / M / N / O blz. 59 OFF / ON blz. 59 RAW DATA EDIT EDIT blz. 60 BLACK & WHITE / SEPIA / JPEG EDIT REDEYE FIX / SATURATION / Q <...
Pagina 96
Instelmenu Tabblad Functie Instelling Zie blz. blz. 7 CF/xD / xD blz. 93 FILE NAME AUTO / RESET blz. 69 Lo –7 – 0 – Hi +7 blz. 70 blz. 71 VIDEO OUT blz. 71 REC VIEW OFF / 1SEC – 20SEC (5 seconden blz.
Pagina 97
Functies die kunnen worden ingesteld per stand Fotograferen i l & Functie Diafragmawaarde Sluitertijd Tijdopnamen Gebruik van de flitser AUTO (Kan niet worden geselecteerd in stand !SLOW #SLOW #SLOW2 (Kan niet worden geselecteerd in stand U) CUSTOM RESET SETTING PICTURE MODE GRADATION RUISONDERDRUKKING >...
Pagina 98
i l & Functie AUTO POP UP AEL/AFL AEL/AFL MEMO AEL METERING ; FUNCTION CF/xD FILE NAME VIDEO OUT REC VIEW SLEEP USB MODE COLOR SPACE PIXEL MAPPING CLEANING MODE (Reinigingsfunctie) : Kan worden ingesteld k: Kan niet worden ingesteld...
Pagina 99
Lijst met beeldkwaliteiten De in de tabel aangegeven bestandsgrootte is een schatting. Bestands- Bestandsgrootte Beeldkwaliteit Aantal pixels Compressiefactor formaat (MB) Geen compressie Ongeveer 22 3648 x 2736 1/2.7 Ongeveer 7,9 Ongeveer 3,0 1/2.7 Ongeveer 6,2 Ongeveer 4,4 3200 x 2400 Ongeveer 2,4 1/12 Ongeveer 1,8...
Pagina 100
Namen van onderdelen Camera Dioptrieregelaar Oogkapje g blz. 40 gblz. 6 Zoeker g blz. 102 AEL / AFL-knop g blz. 50, 67 LCD-monitor 0 -knop (beveiligen) g blz. 105 g blz. 63 q -knop (weergeven) g blz. 56 < Knop g blz. 68 S -knop (wissen) g blz.
Pagina 101
Ingebouwde flitser Functieknop g blz. 35 g blz. 14 Regelaar Flitsschoen g blz. 37 g blz. 15, 17 # -knop (flitser) Ontspanknop g blz. 35 g blz. 8 < / Y / j-knop (afstands- F-knop bediening / zelfontspanner / (belichtingscorrectie) repeterende opnamen) g blz.
Pagina 102
Indicaties in de zoeker nee. Functies Voorbeelden van indicaties Zie blz. AF-kader blz. 30, 43 Diafragmawaarde blz. 25 – 28 Sluitertijd blz. 25 – 28 AF-teken blz. 30 # (knippert: bezig met opladen, Flitser blz. 35 blijft continu zichtbaar: laden is klaar) Witbalans blz.
Pagina 103
Scherm met het bedieningspaneel Basis Gedetailleerd nee. Functies Voorbeelden van indicaties Zie blz. (klaar voor gebruik), Batterijcontrole (opladen nodig) Sluitertijd 1/2000 blz. 25 – 28 Belichtingscorrectie-indicatie blz. 49 Belichtingsmeter blz. 28 Flitssterkte-indicatie blz. 36 Diafragmawaarde F2.8 blz. 25 – 28 blz.
Pagina 104
nee. Functies Voorbeelden van indicaties Zie blz. Flitserfunctie blz. 34 # +2.0 Regelen van de flitssterkte blz. 36 e, 4, n Lichtmeetfunctie blz. 48 Stand AF S-AF blz. 43 AF-kader blz. 43 Repeterene opnamen / j, Y2s, < blz. 39 – 41 Zelfontspanner / Afstandsbediening 1, 5 Witbalans...
Pagina 105
Indicaties op de LCD-monitor (tijdens weergave) U kunt het monitorbeeld wisselen met de INFO-knop (informatiedisplay). g “Informatiedisplay“ (blz. 58) Opnamegegevens Informatie over enkelbeeldweergave nee. Functies Voorbeelden van indicaties Zie blz. (klaar voor gebruik), Batterijcontrole (opladen nodig) Kaartje [CF], [xD] blz. 92 Printreservering <...
Pagina 106
Begrippenlijst Aantal pixels (PIXEL COUNT) Het aantal puntjes (pixels) dat wordt gebruikt om een beeld te creëren geeft de resolutie aan. Een beeld met bijvoorbeeld 640 x 480 pixels heeft dezelfde resolutie als het scherm van de computer als de monitorinstelling ook 640 x 480 is. Als de monitorinstelling 1024 x 768 is, vult het beeld slechts een deel van het scherm.
Pagina 107
EV (Exposure Value) (belichtingswaarde) Een systeem om de belichting te meten. EV0 is als het diafragma op F1 staat en de sluitertijd 1 seconde is. De EV neemt met 1 toe, telkens als het diafragma met 1 F-stop toeneemt of de sluitertijd neemt met 1 toe.
Pagina 108
Sluimerstand Een modus die is ontwikkeld om de batterij te sparen. De camera gaat automatisch naar de sluimerstand als u hem een tijdje niet bedient. Om de sluimerstand te verlaten, drukt u op een willekeurige knop op de camera (ontspanknop, menuknop enz.). Spotmeting De meting wordt binnen een heel klein gebied rond het midden van het onderwerp uitgevoerd, dat in de zoeker wordt aangegeven door het spotmetingskader.
Pagina 109
Technische gegevens Technische gegevens van de camera Soort camera Producttype : Eénogige digitale spiegelreflexcamera met verwisselbaar lenssysteem Lens : Zuiko Digital, Four Thirds-systeem lens Lensvatting : Four Thirds-lensvatting Equivalent brandpuntsafstand op een kleinbeeldcamera : Ong. twee keer de brandpuntsafstand van de lens Beeldopneemelement Producttype : 4/3 type CCD (filter voor primaire kleuren)
Pagina 110
Meetbereik : EV 1 – 20 (digitale ESP-meting, lichtmeting met nadruk op het centrum, spotmeting) (bij normale temperatuur, 50 mm F2, ISO 100) Belichtingsfunctie : (1) AUTO: Volledig automatisch (2) P: Program AE (Programma-aanpassing mogelijk) (3) A: Diafragmavoorkeuze AE (4) S: Sluitertijdvoorkeuze AE (5) M: Handmatig ISO-gevoeligheid : 100 –...
Pagina 111
Specificaties batterij / laadapparaat BLS-1 lithium-ionbatterij Modelnr. : PS-BLS1 Producttype : Oplaadbare lithium-ionbatterij Nominale spanning : DC 7.2 V Nominale capaciteit : 1500 mAh Aantal keren laden en ontladen : Ong. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden) : 0 m – 40 m (opladen) Omgevingstemperatuur –10 m –...
Pagina 112
(autofocus) en de lichtmeting niet goed werken. Soms zullen ook andere functies niet werken. Four Thirds-lensvatting Ontwikkeld door Olympus als lensvattingstandaard voor het Four-Thirds-systeem. Deze compleet nieuwe verwisselbare lenzen met Four Thirds-lensvatting zijn speciaal voor digitale camera's optisch opnieuw berekend en ontwikkeld.
Pagina 113
ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens Namen van onderdelen 1 Kapvatting 2 Filtervatting 3 Zoomring 4 Scherpstelring 5 Index lensvatting 6 Elektrische contacten 7 Voorkap van de lens 8 Achterkap van de lens 9 Zonnekap Bevestigen van de kap Opbergen van de kap •...
Pagina 114
Vergroting Lens, brandpuntsafstand Scherpstelbereik (): Berekend op basis van een kleinbeeldcamera Er kan niet gefotografeerd worden omdat er niet scherpgesteld kan 17,5 mm worden op de objecten met deze brandpuntsafstand. 17,5 – 45 mm 28 mm 15,1 cm – 15,9 cm 0,89 –...
Pagina 115
Accessoires – Gebruik, uit oogpunt van uw eigen veiligheid en om beschadigingen van het apparaat te voorkomen, uitsluitend de door Olympus aanbevolen accessoires. Water en vocht – Voor de voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van weerbestendig uitgevoerde producten raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de weerbestendigheid.
Pagina 116
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met het product WAARSCHUWING ( Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen. ( Maak nooit van dichtbij flitsfoto’s van personen (zuigelingen, kleine kinderen, enzovoort). • U moet zich minimaal op 1 m afstand van de gezichten van de te fotograferen personen bevinden.
Pagina 117
GEVAAR • De camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de batterij op met het voorgeschreven laadapparaat. Gebruik geen andere laadapparaten. • Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.
Pagina 118
• Schaf voldoende reservebatterijen aan, voordat u een lange reis maakt, met name als u naar het buitenland gaat. Het is mogelijk dat het aanbevolen type batterij in het buitenland niet verkrijgbaar is. • Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij de afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften en regelgeving in acht.
Pagina 119
• Houd de limiet van de bedrijfstemperatuur in de gaten. Wettelijke en andere bepalingen • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die voortvloeien uit ondeskundig gebruik van dit apparaat.
Pagina 120
– Raadpleeg voor hulp de dealer of een ervaren radio / televisie-technicus. Voor het aansluiten van de camera op een personal computer (PC) mag uitsluitend het door OLYMPUS bij de camera geleverde USB-kabeltje worden gebruikt. U dient zich er wel van bewust te zijn dat eventuele onoordeelkundig aangebrachte wijzigingen of modificaties van het apparaat, het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken.
Pagina 121
Het gebruik van een niet originele oplaadbare batterij en/of batterijlader kan brand of persoonlijk letsel veroorzaken als gevolg van lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging van de batterij. Olympus stelt zich niet aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen die voortkomen uit het gebruik van een batterij en/of batterijlader die geen originele Olympus-accessoire is.
Pagina 122
Index #SLOW ..........32 Bedieningspaneel ......15, 103 </Y/j (Afstandsbediening / Beelden roteren y ........59 Zelfontspanner / Beeldkwaliteit D .......46, 47 Belichtingscorrectie F ......49 Repeterende opnamen) ..39, 40, 41 F (Belichtingscorrectie) ......49 Bewerken van JPEG-bestanden ....60 0 (Beveiligen) ........63 BLACK &...
Pagina 123
FORMAT ..........93 NOISE REDUCTION .......55 NTSC ............71 Gebruik van de functieknop ..... 14 Gezoomd weergeven U ......56 OLYMPUS Master ........77 GRADATION ..........54 PAL ............71 Handmatig flitsen (Manual) ...... 33 Per ongeluk wissen voorkomen 0 ..63 Handmatig fotograferen (Manual) M ..28 PictBridge ..........74...
Pagina 124
Sluitertijd ..........25 Sluitertijdvoorkeuze S ......27 SPORT J ..........25 SQ ............46, 87 sRGB ............55 Stofreductie .......... 6, 90 STORAGE ......... 70, 78 SUNSET * ..........25 Super FP-flitser 1 ......37 Tijdopnamen ........29, 42 Toepasbare geheugenkaartjes ....92 UNDER WATER MACRO A ....