5. 4. Ontsmetten
U bent er zelf verantwoordelijk voor dat de ontsmettingsgraad wordt bereikt, die aan uw eisen
voldoet.
Na de ontsmetting:
1.
De centrifuge en alle betrokken toebehoren met water spoelen.
2.
Alles volledig laten uitlekken en drogen.
3.
De aluminium onderdelen (inclusief boringen) na het desinfecteren overal insmeren met olie die tegen corrosie
beschermt (70009824).
Zo nodig, smeer de bouten van de vrijzwaaiende rotoren in met boutvet (75003786).
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
5. 5. Decontamineren
U bent er zelf verantwoordelijk voor dat de ontsmettingsgraad wordt bereikt, die aan uw eisen
voldoet.
Na de decontaminatie:
1.
De centrifuge en alle betrokken toebehoren met water spoelen.
2.
Alles volledig laten uitlekken en drogen.
3.
De aluminium onderdelen (inclusief boringen) na het ontsmetten overal insmeren met olie die tegen corrosie
beschermt (70009824).
Zo nodig, smeer de bouten van de vrijzwaaiende rotoren in met boutvet (75003786).
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Besmette onderdelen niet aanraken. Gevaarlijke infectie door het aanraken
van besmette rotor- en centrifugeonderdelen mogelijk. Besmettelijk
materiaal kan door een gebroken beker of morsen in de centrifuge komen.
In geval van contaminatie waarborgen dat er niemand in gevaar is. De
betreffende onderdelen onmiddellijk desinfecteren.
Materialen kunnen door ongeschikte ontsmettingsmethodes of -middelen
beschadigd raken. U dient te waarborgen dat desinfectiemethode of
-middel de materialen niet beschadigt. Bij twijfel contact opnemen
met de fabrikant van het desinfecterend middel. De veiligheids- en
gebruiksaanwijzingen van de gebruikte desinfecteermiddelen opvolgen.
Gecontamineerde onderdelen niet aanraken. Gevaarlijke radioactieve
besmetting is door het aanraken van gecontamineerde rotor- en
centrifugeonderdelen mogelijk. Besmet materiaal kan door een gebroken
beker of morsen in de centrifuge terechtkomen. In geval van contaminatie
waarborgen dat er niemand in gevaar is. De betreffende onderdelen
onmiddellijk decontamineren.
Materialen kunnen door ongeschikte decontaminatiemethodes of -middelen
beschadigd raken. U dient te waarborgen dat decontaminatiemethodes
of -middelen de materialen niet beschadigen. Bij twijfel contact opnemen
met de fabrikant van het ontsmettingsmiddel. De veiligheids- en
gebruiksaanwijzingen van de gebruikte ontsmettingsmiddelen opvolgen.
5-4
Onderhoud en verzorging