4. 2. 2. Looptijd instellen
U kunt op de centrifuge een looptijd voorinstellen, waarna de centrifugeercyclus automatisch stopt.
Om de looptijd in te stellen, als volgt te werk gaan:
1.
Op het lcd-display de knop + of - onder het veld Looptijd aantikken om de gewenste duur van de
centrifugeercyclus in te stellen.
De in het veld Looptijd weergegeven waarde (zie
15000
1:30 -5
Afbeelding 4–3:
2.
De betreffende knop weer loslaten als de gewenste looptijd in uren en minuten verschijnt.
Daarmee geldt deze looptijdinstelling voor alle volgende centrifugeercycli (tot de volgende wijziging van de
looptijd).
4. 2. 3. Versnellings- en remprofielen instellen
De centrifuge beschikt in totaal over 9 versnellingscurven (doorgenummerd van 1 t/m 9). Elke versnellingscurve
zorgt na het starten van de centrifugeercyclus voor een geleidelijke stijging van het centrifugeertoerental.
Elk versnellingsprofiel zorgt na het starten van de centrifugeercyclus voor een geleidelijke stijging van het
centrifugeertoerental. Tegen het einde van de centrifugeercyclus zorgt het remprofiel voor een geleidelijke
verlaging van het centrifugeertoerental.
AANWIJZING Na het inschakelen van de centrifuge wordt het laatst geselecteerde procesprofiel opgegeven.
AANWIJZING Indien mogelijk toerentalgebieden vermijden die de natuurlijke resonantie van het systeem
benaderen. Cycli met hogere resonantietoerentallen kunnen trillingen veroorzaken en een negatief effect
hebben op de scheidingskwaliteit.
Versnellings-/remprofiel
Voor het kiezen van een versnellingscurve als volgt te werk gaan:
1.
Op het lcd-display de knop + of - onder het veld Versnelling aantikken om de beschikbare versnellingsprofielen
te laten weergeven.
1 is de langzaamste, 9 is de snelste curve.
18 9
Afbeelding 4–4:
2.
Zodra het nummer van het gewenste versnellingsprofiel in het displayveld is te zien, de knop + of - weer
loslaten.
Daarmee geldt dit versnellingsprofiel voor alle volgende centrifugeercycli (tot de volgende wijziging van het
profiel).
Looptijd van de centrifuge instellen
Versnellingsprofiel instellen
Afbeelding 4–3
onder) verandert overeenkomstig.
4-3
LCD-Bedieningspaneel