Remprofielen
De centrifuge beschikt in totaal over 10 afrem- of remcurven (doorgenummerd van 0 t/m 9). Tegen het einde van
de centrifugeercyclus zorgt de remcurve voor een geleidelijke verlaging van het centrifugeertoerental.
AANWIJZING Na het inschakelen van de centrifuge wordt het laatst geselecteerde procesprofiel opgegeven.
Voor het kiezen van een remcurve als volgt te werk gaan:
1.
Op het lcd-display de knop + of - onder het veld Remmen aantikken om de beschikbare remprofielen te
laten weergeven.
Bij keuze van de curve 0 wordt het actieve remmen gedeactiveerd. 1 is de langzaamste, 9 is de snelste curve.
9
9
Afbeelding 4–5:
Remprofiel instellen
2.
Zodra het nummer van het gewenste remprofiel in het displayveld is te zien, de knop + of - weer loslaten.
Daarmee geldt dit remprofiel voor alle volgende centrifugeercycli (tot de volgende wijziging van het profiel).
4. 2. 4. De centrifugeerkamer op temperatuur brengen
Bij gekoeld centrifugeren kunt u de centrifugeerkamer en de lege rotor voor aanvang van de centrifugeercyclus
op temperatuur brengen, d.w.z. voorverwarmen of voorkoelen. Zo nodig moet u ook de monsters met geschikte
apparatuur op temperatuur brengen. Voor het op temperatuur brengen van de monsters is de centrifuge echter
niet ontworpen.
AANWIJZING Deze functie is bij luchtgekoelde apparaten niet aanwezig.
Om de temperatuur in te stellen voor het op temperatuur brengen, als volgt te werk gaan:
1.
De met alle bekers gevulde rotor plaatsen.
2.
Voor de vrijgave van de instelling van het Op temperatuur brengen de knop Op temp. br. aantikken.
1:30
-5
18
Afbeelding 4–6:
Temperatuur instellen voor het op temperatuur brengen (links)
3.
De knop + of - aantikken en ingedrukt houden, totdat de gewenste temperatuur verschijnt.
De knop + of - weer loslaten als de gewenste temperatuur boven de knop met Op temp. br. verschijnt.
4.
De centrifuge begint de rotorkamer tot de vooraf ingestelde temperatuur te verwarmen of af te koelen. De
rechts naast de gekozen waarde voor het Op temperatuur brengen weergegeven werkelijke temperatuur van
de rotorkamer nadert de telkens gewenste waarde.
5.
Wachten totdat de weergegeven monsterkamertemperatuur overeenkomt met de waarde voor het Op
temperatuur brengen.
4-4
LCD-Bedieningspaneel