Vervolgens verschijnt de pagina Regio. Aan u wordt gevraagd om de regio in te voeren, waarin uw
laboratorium zich bevindt en om de tijdzone aan te geven.
4.
Het veld Stad/land aantikken en de eerste drie letters van de dichtstbijzijnde grote stad invoeren.
Nadat u de eerste drie letters hebt ingevoerd, begint het apparaat zelfstandig naar overeenkomstige stads-
en landnamen te zoeken en stelt u deze voor in een overeenkomstige keuzelijst.
Als u de naam van een stad of land zonder tijdsomschakeling invoert, deactiveert het systeem automatisch
het keuzeveld Automatische omschakeling van zomer- naar wintertijd.
5.
Als u de tijdsomschakelingsfunctie expliciet wilt uitschakelen, deactiveert u het keuzeveld Automatische
omschakeling van zomer- naar wintertijd. (de standaardinstelling is Aan).
Als u wijzigingen hebt uitgevoerd, wordt de knop Opslaan aan de onderrand van de pagina geaccentueerd.
6.
Als u de tijd hebt ingesteld, de knop Opslaan aantikken.
7.
Om de wijzigingen over te nemen, de knop OK in het nu verschijnende pop-upvenster aantikken. Door het X
-symbool aan te tikken, wordt dit venster gesloten zonder de wijzigingen op te slaan.
De weergave springt terug naar de pagina Display.
3. 7. 7. Apparaataanduiding
Door de knop Apparaatnaam aan te tikken, gaat de pagina Apparaatnaam open, waar u de centrifuge een
naam kunt geven, die boven op de startpagina in het gebied Info en functiestatus boven het veld tijd/datum
wordt weergegeven.
Voor het bewerken van de apparaatnaam als volgt te werk gaan:
1.
Op de navigatielijst het symbool Instellingen
2.
Op de pagina Instellingen de knop Display
3.
Op de pagina Display de knop Apparaatnm. aantikken.
Vervolgens verschijnt de pagina Apparaatnm. met het verzoek om de centrifugenaam in te voeren.
4.
Het tekstveld Apparaatnm. controleren:
Als er nog geen apparaatnaam is verstrekt, staat in het veld Apparaatnm. de zin aantikken om tekst in te
voeren.
Als er al een apparaatnaam is ingevoerd, verschijnt deze in het veld Apparaatnm.
5.
Het veld Apparaatnm. aantikken om het toetsenbord te tonen.
Als er nog geen apparaatnaam is verstrekt, verschijnt er een invoegteken in het veld Apparaatnm. en verzoekt
u om tekst in te voeren.
Als er al een apparaatnaam is ingevoerd, wordt de naam voor het overschrijven gekozen.
6.
De gewenste apparaatnaam invoeren.
7.
Als u klaar bent met de tekstinvoer, hebt u de volgende alternatieven:
a.
Op het toetsenbord de knop Opslaan aantikken.
b. Een willekeurige plaats buiten het toetsenbord en het veld Apparaatnm. aantikken om het toetsenbord
te verbergen, vervolgens de knop Opslaan op de onderrand van de pagina aantikken.
8.
Om de wijzigingen over te nemen, de knop OK in het nu verschijnende pop-upvenster aantikken. Door het
X-symbool
aan te tikken, wordt dit venster gesloten zonder de wijzigingen op te slaan.
De weergave springt terug naar de pagina Display.
aantikken.
aantikken.
3-46
Grafische gebruikersinterface