Alarmgeluid
U kunt het alarmgeluid voor de voorruit wijzigen door direct op de pagina Instelling alarmmeldingen het drop-
downmenu met de titel Alarmgeluid aan te tikken en een van de drie opties te kiezen.
AANWIJZING De namen van de opties kunnen van land tot land verschillen.
Voor het wijzigen van het alarmgeluid als volgt te werk gaan:
1.
Op de navigatielijst het symbool Instellingen
2.
Op de pagina Instellingen de knop Alarmmeldingen
Als alternatief kunt u ook op de navigatielijst het symbool Alarm aantikken om de pagina Instelling
alarmmeldingen te openen.
3.
Het drop-downmenu Alarmgeluid aantikken en een optie kiezen.
Het geselecteerde alarmgeluid wordt kort afgespeeld.
Uw wijzigingen opslaan of een andere gewenste optie op de pagina Instellingen alarmmeldingen wijzigen.
Alarmmelding voor hoge en lage temperatuur
U kunt de alarmgrenswaarden voor een te hoge en een te lage temperatuur (alleen bij gekoelde apparaten)
voor de temperatuur in de centrifugeerkamer wijzigen op de hoofdpagina Alarminstellingen door de drop-
downlijsten Alarm oververhitting en Alarm Onderverhitting aan te tikken en een van de drie opties te kiezen.
De alarmgrenswaarde wordt in relatie tot de voorgeschreven temperatuurwaarde ingesteld en verschuift
overeenkomstig bij elke wijziging van de voorgeschreven temperatuurwaarde.
Voor het wijzigen van de alarmmeldingen voor een te hoge en een te lage temperatuur als volgt te werk gaan:
1.
Op de navigatielijst het symbool Instellingen
2.
Op de pagina Instellingen de knop Alarmmeldingen
Als alternatief kunt u ook op de navigatielijst het symbool Alarm aantikken om de pagina Instelling
alarmmeldingen te openen.
3.
Het drop-downmenu Alarmmelding voor een te hoge en een te lage temperatuur aantikken en een
optie kiezen.
De grenswaarde die u voor de alarmmelding een te hoge en een te lage temperatuur hebt gekozen, is nu
actief.
4.
Uw wijzigingen opslaan of een andere gewenste optie op de pagina Instellingen alarmmeldingen wijzigen.
Onderdrukkingsduur
U kunt direct op de pagina Instelling alarmmeldingen de duur invoeren, tijdens welke het geluid van een alarm
tijdelijk wordt onderdrukt als u de knop Gel.onderdr. aantikt. Hiervoor het drop-downmenu Duur gel.onderdr.
aantikken en een van de drie periodes kiezen.
Voor het wijzigen van de duur van de geluidsonderdrukking als volgt te werk gaan:
1.
Op de navigatielijst het symbool Instellingen
2.
Op de pagina Instellingen de knop Alarmmeldingen
Als alternatief kunt u ook op de navigatielijst het symbool Alarm aantikken om de pagina Instelling
alarmmeldingen te openen.
3.
Het drop-downmenu Duur geluidsonderdrukking aantikken en de tijd voor de geluidsonderdrukking van
het alarm kiezen in de knop Geluid alarm tijdelijk onderdrukken.
De tijd in het drop-downmenu Duur gel.onderdr. wijzigt overeenkomstig de nieuwe instelling.
4.
Uw wijzigingen opslaan of een andere gewenste optie op de pagina Instellingen alarmmeldingen wijzigen.
aantikken.
aantikken.
aantikken.
aantikken.
aantikken.
aantikken.
3-31
Grafische gebruikersinterface