Het eerste woord in de statusregel geeft de Bedrijfsmodus weer. Onderstaande tabel
bepaalt de status van de Bedrijfsmodus.
Uit
Automatisch Aan
Handmatig Aan
Het tweede woord op de statusregel geeft de Referentiesite weer.
Extern
Lokaal
Het derde woord op de statusregel geeft de Bedrijfsstatus weer.
AC-rem
AMA beëindigen OK
AMA klaar
AMA in werking
Remmen
Max remmen
Coast
Ctrl. Vertragen
Hoge stroom
Lage stroom
DC Behouden
Aquavar Intelligent Pump Controller 1.1 - 90 kW INSTRUCTIEHANDLEIDING
De controller reageert niet op regelsignalen voordat
er op [Automatis Aan] is gedrukt.
De controller wordt geregeld via de regelklem en/of
de seriële communicatie.
De controller kan worden geregeld via de
navigatietoetsen op het LCP. Stopcommando's,
resetten, omkeren, DC-rem en andere signalen die
naar de regelklemmen worden gestuurd, kunnen de
lokale regeling overschrijven.
Het referentietoerental wordt gegeven via externe
signalen, seriële communicatie of interne vooraf
ingestelde referenties.
De controlleromvormer gebruikt [Handmatig Aan]
regel- of referentiewaarden van het LCP.
AC Brake werd geselecteerd in [2–10] Remfunctie.
De AC-rem overmagnetiseert de motor om een
gecontroleerde vertraging te bekomen.
Automatische motoraanpassing (AMA) werd
succesvol uitgevoerd.
AMA is klaar om te starten. Druk op [Handmatig
Aan] om te starten.
AMA-proces is actief.
De remchopper is in werking. Generatieve energie
wordt geabsorbeerd door de remweerstand.
De remchopper is in werking. De vermogenslimiet
voor de remweerstand die is opgegeven in [2–12]
Remvermogengrens (kW) werd bereikt.
• Coast inverse werd geselecteerd als een functie
voor een digitale ingang (parametergroep [5–1]*
Digitale ingangen). De overeenstemmende klem
is niet aangesloten.
• Coast geactiveerd via seriële communicatie.
De regeling Vertragen werd geselecteerd in [14–10]
Fout netvoeding.
• De netspanning is lager dan de waarde die werd
ingesteld in [14–11] Netspanning bij Stroomuitval
• De controller vertraagt de motor door middel van
een gecontroleerde vertraging
De uitgangsstroom van de controller is hoger dan
de limiet die werd ingesteld in [4–51]
Waarschuwing stroom hoog.
De uitgangsstroom van de controller is lager dan de
limiet die werd ingesteld in [4–52] Waarschuwing
toerental laag.
DC behouden werd geselecteerd in [1–80] Functie
bij Stop en er is een stopcommando actief. Het
motortoerental wordt behouden door een DC-
stroom die werd ingesteld in [2–00] DC Houd-/
verwarmtijd.
5 Elektrische installatie
79