Inhoudsopgave
Advertenties
In de bedrijfsmodus Vast-Master is de master regelaar vast met een standaard adres 1 in
[19-56] en kan deze het versnellen/vertragen en het toerental van alle aangesloten
hulppompen regelen. Elke hulppomp moet een uniek adres hebben van 2 tot 4, afhankelijk
van het aantal pompen voor een goede werking. In de bedrijfsmodus vast master
multiregeling, zal de master regelaar het toerental van de laatst geactiveerde pomp regelen
om het instelpunt te bereikten, terwijl alle andere geactiveerde pompen zullen draaien met
maximaal toerental.
De volgende parameterwaarden in de regelaar van de hulppomp moeten worden ingesteld
zoals hieronder.
• [1-00] Configuratiemodus = Open (Opmerking: Master is altijd ingesteld op Open)
• [8-01] Regeling site = Digitaal & regelwoord
• [8-30] Protocol = FC
• [8-31] Adres = binnen 2 – 4
• [8-32] Baud-snelheid = 115200
• [8-33] Pariteit/stopbits = Even pariteit, 1 stop bit
• Selecteer de minimum en maximum toerentalreferentie:
• [5-10] Klem 18 Digitale ingang: [0] Geen werking
• [8-03] Regeling timeout-tijd: 30,0
• [8-04] Regeling timeout-functie: [8] Selecteer instelling 2
Aantal pompen
[19-50] in master
regelaar
2
3
4
Het adres van de hulppomp [8-31] moet binnen 2-4 zijn met verschillende waarden voor alle
regelaars. Voor een systeem met twee pompen bijvoorbeeld moet het adres van de regelaar
van de hulppomp 2 zijn, voor een systeem met drie pompen moeten de adressen van de
regelaar van de hulppompen respectievelijk 2 en 3 zijn en voor een systeem met vier
pompen moeten de adressen van de hulppomp respectievelijk 2, 3 en 4 zijn.
OPMERKING: Het systeem en de omvormer voor de aanzuigdruk en de digitale ingang/
uitgang voor beveiliging moeten zijn aangesloten op de master regelaar (regelaar met
MCO301 verbonden)
7.5.6.4 Multi Master Synchronous
De modus multi master synchrone multipompregeling ondersteunt tot vier pompen parallel in
bedrijf. In multi-master kunnen alle regelaars werken als de master regelaar. Bij een defect
van een master in bedrijf, neemt de volgende pomp in de sequentie over als de master en
blijft het systeem in werking tot de laatste gezonde pomp en controller in bedrijf zijn. Een
MCO301 programmeerbare API optie A- of B-kaart is vereist voor elke regelaar. De
MCO301 RS-485 poort van alle regelaars is in serie aangesloten. Raadpleeg de
master synchrone of multi master multi-regeloptie A bedrading
synchrone of multi master multi-regeling optie B bedrading
aansluitingen.
In de bedrijfsmodus multi-master regelt de master regelaar het versnellen/vertragen en het
toerental van alle aangesloten hulppompen regelen. Elke regelaar moet een uniek adres
hebben van 1 tot 4, afhankelijk van het aantal pompen voor een goede werking. In de
bedrijfsmodus multi master synchroon zullen alle geactiveerde pompen draaien met
hetzelfde toerental om het instelpunt te bereiken.
Aquavar Intelligent Pump Controller 1.1 - 90 kW INSTRUCTIEHANDLEIDING
– [3-02] Minimumreferentie
– [3-03] Maximumreferentie
Geavanceerde
regelaar-1
[8-31]
1
1
1
Basis regelaar-1
Basis regelaar-2
adres
adres
[8-31]
[8-31]
2
NVT
2
3
2
3
op pagina 95 voor bedrading en
7 Bediening
Basis regelaar-3
adres
[8-31]
NVT
NVT
4
Multi
Multi master
op pagina 94 of
163
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
