Inhoudsopgave
Advertenties
7 Bediening
7.5.4 Instellen toepassing
Het volgende menu is Instellen toepassing waar u het type van toepassing en de
regelrespons kunt selecteren en configureren. Selecteer eerst het type van toepassing en de
bedrijfsmodus. De bedrijfsmodus selecteren zal bepaalde parameters configureren voor het
configureren van de geselecteerd modus.
Opmerking: Als de bedrijfsmodus wordt gewijzigd, zullen alle wijzigingen die zijn gemaakt
voor het configureren van de eerder geconfigureerde bedrijfsmodus overschreven worden.
De bedrijfsmodus kan worden ingesteld op enkele pompregeling, multipompregeling,
toerentalregeling, volgerregeling of testrunmodus.
OPMERKING:
• Instelling 1 is de actieve instelling voor alle bedrijfsmodi.
• Multipompregeling is de standaard waarde voor de Noord-Amerikaanse regionale
instelling en enkele pompregeling is de standaard waarde voor de internationale
regionale instelling.
• Volgerregeling is alleen beschikbaar voor de Noord-Amerikaanse regionale instelling.
De verschillende bedrijfsmodi worden hieronder opgegeven.
Tabel 27: Bedrijfsmodi
Bedrijfsmodus
Enkele pompregeling
Multipompregeling
Toerentalregeling
Volgerregeling
Testrunmodus
140
Omschrijving
Deze modus is de standaard bedrijfsmodus.
Gebruik deze modus voor toepassingen met
constante druk, constant debiet of peil, die een
regelaar gebruiken die een enkele pomp regelt.
Parameters [19-56] en [8-31] moeten worden
ingesteld op 1 in enkele pompmodus.
Deze modus vereist de installatie van tot vier
MCO301 programmeerbare API optiekaarten op de
regelaars, om een systeem te configureren met een
master met tot drie volgers of
multipomptoepassingen. Er zal op elk moment
slechts een master zijn. Alle pompen kunnen
synchroon draaien of worden geconfigureerd voor
meerdere toepassingen.
Opmerking: De selectie multipomp is alleen
beschikbaar als er een MCO301 programmeerbare
API optiekaart is geïnstalleerd en werkt.
Deze modus configureert de regelaar voor het
aanvaarden van een toerentalcommando via een
analoge ingang, puls-ingang of uitgebreide PI-lus
[21–**]. Een startsignaal op DI 18 [5–10] is vereist
Deze modus configureert de regelaar om te werken
als IPC volgerregling of PLC volgerregeling.
Met de testrunmodus kan de regelaar
geconfigureerd worden om de pomp gedurende
een bepaalde periode te laten draaien tegen een
opgegeven toerental. Deze actie zal worden gestart
door een digitale ingang (DI 18).
Aquavar Intelligent Pump Controller 1.1 - 90 kW INSTRUCTIEHANDLEIDING
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
