5 Elektrische installatie
Afbeelding 44: Motoraansluitingen
• Klem U/T1/96 aangesloten op de U-fase
• Klem V/T2/97 aangesloten op de V-fase
• Klem W/T3/98 aangesloten op de W-fase
De draairichting kan veranderd worden door het omwisselen van de twee fasen in de
motorkbekabeling of door het veranderen van de instelling van [4–10] Motortoerental
richting. Motorrotatieregeling kan worden uitgevoerd door middel van [1–28]
Motorrotatieregeling en het volgen van de stappen die op het scherm worden weergegeven.
Vereisten voor de uitgang van de verdeelkast
De lengte, minimum 8 ft (2,5 m) en de hoeveelheid kabels moet gelijk zijn van elke
omvormermodule naar de gemeenschappelijke klemmenstrook in de verdeelkast.
• OPMERKING: Als de ombouw ongelijke hoeveelheden kabel per fase vereist, raadpleeg
dan de fabriek voor de vereisten of documentatie of gebruik de bovenste/onderste ingang
opzij van het kabinet.
5.3.1 Motoraansluiting voor A2 en A3
Volg deze tekeningen stap voor stap voor het aansluiten van de motor op de
frequentieomvormer.
1. Sluit de aardingsdraad van de motor aan op klem 99, plaats de U-, V- en W-kabels van
de motor in de plug en zet ze vast.
2. Monteer de kabelklem om een 360° verbinding tussen het chassis en het scherm te
verzekeren, merk op dat de buitenste isolatie van de motorkabel is verwijderd onder de
klem.
52
Aquavar Intelligent Pump Controller 1.1 - 90 kW INSTRUCTIEHANDLEIDING