8 Alarmen en waarschuwingen
Waarshuwing/alarm
201 — Brandmodus was actief Dit geeft aan dat de
202 — Limieten brandmodus
overschreden
203 — Ontbrekende motor
204 — Geblokkeerde rotor
250 — Nieuw
reserveonderdeel
251 — Nieuwe typecode
Tabel 73: Waarschuwingen en alarmen voor toepassing
Waarschuwing/alarm
A500_NO_CALIBRATION
A501_UNDERPRESSURE
A502_HIGH_SYSTEM
A503_LOW_SUCTION
A504_HIGH_SUCTION
268
Omschrijving
frequentieregelaar is
overgeschakeld naar de
brandmodus.
Tijdens de werking in de
brandmodus worden een of
meer alarmvoorwaarden
genegeerd, die de eenheid
normaal zouden laten trippen.
Er werd een toestand van
onderbelasting gedetecteerd
met een frequentieomvormer
die werkt met meer motors.
Er werd een toestand van
overbelasting gedetecteerd
met een frequentieomvormer
die werkt met meer motors.
Er werd een onderdeel in de
frequentieomvormer
vervangen.
Er werd een onderdeel in de
frequentieomvormer
vervangen en de typecode
werd veranderd.
Omschrijving
De waarschuwing Geen
kalibratie wordt gegeven als er
geen kalibratie van de voeding
werd uitgevoerd voor een
variabele
frequentieaandrijving.
Feedback is lager dan het
instelpunt.
De systeemdruk is hoger dan
de [19-27] Limiet hoog
systeem.
De systeemdruk is lager dan
de [19-33] Cut-out lage
aanzuiging.
De aanzuigdruk is hoger dan
de [19-37] Cut-out hoge
aanzuiging.
Aquavar Intelligent Pump Controller 1.1 - 90 kW INSTRUCTIEHANDLEIDING
Oorzaak
Werking in deze toestand zal
de garantie doen vervallen.
Dit kan wijzen op een
ontbrekende motor.
Dit kan wijzen op een
geblokkeerde rotor.
Oorzaak
Dit kan wijzen op een lek in het
Systeem. Parameter [22–50]
Onderdrukfunctie (Noord-
Amerika) /Eind curve
vertraging (Internationaal) is
ingesteld voor alarm.
Het alarm Systeem hoog kan
het systeem beschadigen als
het niet is bedoeld om zulke
hoge druk aan te houden
Uitschakeling bij lage aanzuig
beschermt de pomp tegen
drooglopen door middel van
een aanzuigsensor.
Uitschakeling bij hoge aanzuig
beschermt de pomp tegen
drooglopen als er voldoende
aanzuigdruk is om te voldoen
aan de systeemvereisten.
Oplossing
Zet de voeding uit en opnieuw
aan om de waarschuwing te
verwijderen. Bekijk de
gegevens van de brandmodus
in het alarmlog op de regelaar.
Zet de voeding uit en opnieuw
aan om de waarschuwing te
verwijderen. Bekijk de
gegevens van de brandmodus
in het alarmlog op de regelaar.
Controleer het systeem op een
goede werking.
Controleer de motor op een
goede werking.
Reset de frequentieomvormer
voor normale werking.
Reset de frequentieomvormer
voor normale werking.
Oplossing
Kalibreer het systeem via
Automatische kalibratie
voerding met [22-20] Geen-
debiet vermogenkalibratie
(Noord-Amerika)/Laag
vermogen Autosetup
(Internationaal).
Los het probleem met het
systeem op en reset de
frequentieomvormer nadat de
fout werd opgelost.
Los het probleem met het
systeem op en reset de
frequentieomvormer nadat de
fout werd opgelost.
Los het probleem met het
systeem op en reset de
frequentieomvormer nadat de
fout werd opgelost.
Los het probleem met het
systeem op en reset de
frequentieomvormer nadat de
fout werd opgelost.