6.19 Heupgordel
GEVAAR!
• Controleer alvorens de rolstoel te gebruiken of de
heupgordel is vastgemaakt.
• De heupgordel moet dagelijks worden gecontroleerd
op slijtage. Tevens moet worden gecontroleerd of de
gordel nergens gehinderd wordt.
• Controleer voor gebruik altijd of de heupgordel op de
juiste wijze is bevestigd en de maat juist is. Als de
gordel te los zit, kan de rolstoelgebruiker onderuit
glijden en bestaat het gevaar op verstikking of ernstig
letsel.
De heupgordel dient aan de rolstoel bevestigd te zijn
zoals getoond op de afbeeldingen. De gordel bestaat uit
twee delen. Ze worden bevestigd d.m.v. de aanwezige
schroef, die door het ringetje van de gordel wordt
gestoken. De gordel wordt onder de achterzijde van het
zijpaneel geleid. (Fig. 6.46)
Pas de gordel zodanig aan dat de sluiting zich in het
midden van de stoel bevindt. (Fig. 6.47)
De heupgordel wordt als volgt aangepast aan de
wensen van de gebruiker:
Om de lengte van de gor-
del te verkleinen
Haal vervolgens het niet-
gebruikte deel van de
gordel door de gesp en
geleiders. Controleer of de
gordel niet om de sluiting
is gedraaid.
Controleer na het vastmaken de ruimte tussen de gordel
en de gebruiker. Als men een vlakke hand tussen de
gordel en het lichaam van de gebruiker kan steken (niet
meer en niet minder), is de gordel correct aangemeten.
(Fig. 6.48).
De heupgordel moet zodanig bevestigd worden dat hij in
een hoek van 45 graden over het bekken van de
gebruiker valt. Bij het op maat maken dient de gebruiker
rechtop en zo ver mogelijk naar achteren te zitten. De
heupgordel moet voorkomen dat de gebruiker uit de
rolstoel glijdt. (Fig. 6.49)
Rev. C | Nederlands
Om de lengte van de gor-
del te vergroten
Om de gordel langer te
maken, haalt u het niet-ge-
bruikte deel van de gordel
door de geleiders en gesp.
Fig. 6.46
Fig. 6.47
35
Fig. 6.48
Fig. 6.49
QS5 X