Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

6.4 Zwenkwiel

Zwenkwiel, aanpassing zwenkwiel, zwenkwielvork (fig.
6.19)
Het kan gebeuren dat de rolstoel iets afwijkt naar links of
naar rechts of dat de voorwielen zwabberen. Dat kan door
de volgende zaken komen:
• De voorwaartse en/of achterwaartse wielbeweging is
niet goed ingesteld.
• Het balhoofd is niet goed afgesteld.
• De luchtdruk van het voorwiel en/of van het achterwiel
is niet goed; de wielen draaien niet soepel genoeg.
Om de rolstoel in een rechte lijn te laten rijden, moeten de
zwenkwielen optimaal worden aangepast.
Telkens wanneer u de positie van het achterwiel hebt
laten veranderen, moet u het balhoofd opnieuw
aanpassen en de remmen controleren.
Het zwenkwiel instellen
Instelling richtingsstabiliteit en nauwkeurige
afstemming hoogte zwenkwiel
Dit zijn dealer-instellingen waarvoor speciale
gereedschappen nodig zijn. Neem contact op met uw
dealer voor ondersteuning.
Aanpassen voorvorkhoek
Deze aanpassing is noodzakelijk wanneer de zithoogte
aan de voor- of achterzijde is gewijzigd.
GEVAAR!
Wanneer deze hoek niet correct is, kan dit leiden tot
trillingen in / zwabberen van de zwenkwielen, blokkeren
van de zwenkwielen en letsel bij de gebruiker.
Draai de inbusschroef (1) los (fig. 6.19). De hoek van de
zwenkwielvork kan nu naar de juiste positie worden
versteld; het vlakke deel van de vork moet in een hoek
van 90° ten opzichte van de grond worden gesteld.
Gebruik bij de aanpassing de markeringen (2) als optisch
hulpmiddel. Nadat de juiste positie is ingesteld, draait u
de inbusschroef (1) vast volgens het gespecificeerde
aandraaimoment.
GEVAAR!
Wanneer de inbussleutel (1) niet correct wordt
vastgedraaid, kan dit leiden tot onbedoelde beweging van
de voorvork en tot letsel van de gebruiker.
GEVAAR!
Als de voorvork adapter (1) niet goed in het schroefdraad
van het voorframe (2) (afb. 6.19.a) wordt geplaatst, kan
de voorvork adapter gaan draaien en kan de gebruiker
letsel oplopen.
Bij de eerste afstelling in de fabriek wordt carbon-
montagepasta gebruikt om de frictie te verhogen. De
pasta die in de interface in afb. 6.19.a. wordt gebruikt,
mag niet worden verwijderd. Wanneer een onderdeel
wordt vervangen (bijv. het frame of de voorvork adapter),
moet er carbon-montagepasta worden gebruikt om een
correcte aanpassing te garanderen.
QS5 X
Fig. 6.19
2
24
1
Fig. 6.19.a
1
2
Nederlands | Rev. C

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave