Onderbeenlengte
Door de klemschroef los te draaien 1 (fig. 6.13), kunt u de
lengte voor het onderbeen verstellen. Draai de bout los
en verstel de buis met de voetenplaat naar de gewenste
positie.
Draai de schroeven weer vast. (zie de pagina over
torque). Controleer goed of de plastic verbinding in de
juiste positie onder de schroef is geplaatst.
WAARSCHUWING!
Houd altijd minimaal 30mm ruimte tussen het laagste
punt van de voetsteun en de grond.
WAARSCHUWING!
Sta niet op de voetplaten tijdens transfers. De kans is
groot dat de rolstoel voorover kantelt wanneer u op de
voetplaten gaat staan. Zet altijd uw voeten stevig op de
grond voordat u in of uit de rolstoel stapt.
Voetplaten: aanpassing hoek
Om de correcte hoek van de voetenplaten ten opzichte
van de grond in te stellen, draait u de bouten (1) aan de
onderzijde van de voetenplaten los. Hierna kan de
gewenste hoek voor de voetenplaten worden ingesteld.
Draai alle bouten weer aan tot het gespecificeerde
draaimoment. (Fig. 6.14).
QS5 X
Fig. 6.14
22
Fig. 6.13
1
1
Nederlands | Rev. C