6.7 Naar achteren neerklapbare rugleuning
Uitvouwen van de rugleuning:
Om de rugleuning omhoog te zetten, duwt u de hendels
naar boven en voorwaarts, totdat ze vergrendelen, (fig.
6.27).
WAARSCHUWING!
Houd uw vingers en voorwerpen verwijderd van het
vouwmechanisme, om persoonlijk letsel of
beschadiging van voorwerpen te voorkomen
wanneer de rugleuning wordt in- of uitgevouwen.
WAARSCHUWING!
Controleer altijd of de rugleuning met een duidelijk
hoorbare klik op de juiste wijze is vergrendeld.
Wanneer deze controle niet wordt uitgevoerd, kan dit
tot ernstig letsel leiden.
Het vouwen van de rugleuning:
De rugleuning van de rolstoel kan worden neergeklapt,
waardoor het opbergen van de stoel gemakkelijker is,
(fig. 6.28).
OPGELET!
Doe dit niet terwijl er iemand (of iets) in de rolstoel zit
(of ligt). Hierdoor kan een hendel afbreken.
Om de rugleuning neer te klappen, gaat u achter de
rolstoel staan en duwt u op de twee kleine hendels (fig.
6.28) die zich aan iedere zijde van de rugleuning
bevinden (net boven de armsteunen). Vouw de
rugleuning naar beneden.
6.8 Stabilisatiestang
Inklappende stabilisatiestang
Deze stang dient om de rug te stabiliseren.
Om de rolstoel te kunnen opvouwen, moet de
ontkoppelingshendel naar beneden worden geduwd (fig.
6.29) of worden losgekoppeld en de stabilisatiestang
moet naar beneden worden geklapt. Bij het uitklappen
van de rolstoel dient u ervoor te zorgen dat de
stabilisatiestang op zijn plaats is vergrendeld.
QS5 X
28
Fig. 6.27
Fig. 6.28
Fig. 6.29
Nederlands | Rev. C