9.1.7 Opstarten
Voer een functionele controle uit voorafgaand aan het op-
Voorzichtig
starten!
Functiecontrole
•
Dompel de sensor onder in water.
- Groene en rode LED's branden: De sensor en de elektronica
zijn bedrijfsklaar!
- Een of meer LEDs zijn uit: Sensor of elektronica is defect!
Neem contact op met de serviceafdeling van Grundfos.
•
Droog de sensor zorgvuldig.
- Alleen de groene LED is nog aan: De sensor en de
elektronica zijn bedrijfsklaar!
- De rode LED is nog aan: Sensor of elektronica is defect!
Neem contact op met de serviceafdeling van Grundfos.
Waarschuwing
De elektronica of sensor niet openen!
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door be-
voegd en gekwalificeerd personeel!
9.1.8 Gebruik van de contacten
•
Klemmen 6 en 7 (potentiaalbelast):
- bijvoorbeeld voor de uitschakeling van de pomp in geval van
een membraanbreuk.
•
Klemmen 8, 9 en 10 (potentiaalvrij)
- bijvoorbeeld voor de inschakeling van een alarminrichting.
9.1.9 Omschrijving van het apparaat
Er bevindt zich een groene en een rode LED op de elektronica.
•
Groene LED
- Geeft aan dat het systeem gereed is voor bedrijf.
- De LED is alleen aan wanneer de sensor is aangesloten op
de elektronica. Wanneer de LED uit is in dit geval, dan is of
de sensor of de kabel defect of verkeerd aangesloten.
•
Rode LED
- Geeft aan dat een membraanlekkage is gedetecteerd.
- De groene LED is nog aan.
9.1.10 Onderhoud
Waarschuwing
De elektronica of sensor niet openen!
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door ge-
autoriseerd en gekwalificeerd personeel!
Sensor
Opto-elektronische sensor met 3 m kabel.
•
Reinig in geval van een storing de sensor.
•
Vervang de sensor wanneer deze nog steeds niet goed werkt.
Elektronica
•
Geen onderhoud door de gebruiker mogelijk.
•
Neem contact op met Grundfos service wanneer de elektronica
niet goed werkt.
150
10. Onderhoud
10.1 Algemene opmerkingen
Waarschuwing
Houd bij het doseren van gevaarlijke media de betreffen-
de veiligheidsmaatregelen aan!
Risico op bijtende chemicaliën!
Draag beschermende kleding (handschoenen en bril) bij
het werken aan de doseerkop, aansluitingen of leidingen!
Laat geen chemicaliën lekken uit de pomp. Alle chemicali-
en op de juiste wijze verzamelen en afvoeren!
Waarschuwing
Het pomphuis mag uitsluitend worden geopend door per-
soneel dat is geautoriseerd door Grundfos!
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door be-
voegd en gekwalificeerd personeel!
Schakel de pomp uit en koppel deze los van de voeding,
voordat onderhouds- of reparatiewerkzaamheden worden
uitgevoerd!
10.2 Reinigings- en onderhoudsintervallen
In het geval van een membraanlekkage, kan de doseer-
vloeistof uit het gat lekken in de tussenflens tussen pomp
en doseerkop. De onderdelen in de behuizing zijn be-
schermd tegen de doseervloeistof gedurende een korte
periode (afhankelijk van het soort vloeistof) door de af-
Voorzichtig
dichting van de behuizing. Het is noodzakelijk om regel-
matig (dagelijks) te controleren of er vloeistof lekt uit de
tussenflens. Voor een maximale veiligheid, raden wij de
pompuitvoering aan met membraanlekkagedetectie.
10.2.1 Verversen van de tandwielolie
Waarschuwing
De tandwielolie mag uitsluitend worden ververst door ge-
autoriseerd en gekwalificeerd personeel.
Stuur voor dit doel de pomp op naar Grundfos of een ge-
autoriseerde service-workshop.
Voor een probleemloze werking wordt aanbevolen om regelmatig
de tandwielolie te verversen.
Gebruik uitsluitend originele tandwielolie.
Controleer bij het verversen van de tandwielolie het do-
Voorzichtig
seermembraan en vervang dit indien nodig vanwege vei-
ligheidsredenen.
10.2.2 Reinigen van membraan en ventielen
Reinig het membraan en de ventielen of vervang deze indien nodig
(met roestvastelen ventielen: binnenste ventieldelen):
•
Tenminste elke 12 maanden of na 3.000 bedrijfsuren.
•
In geval van een storing.