11. Diagram voor het opsporen van storingen
11.1 Doseerpomp draait niet.
Oorzaak
Niet op de voedingsspanning
aangesloten.
Onjuiste voedingsspanning.
Elektrische storing.
De membraanlekkagedetectie
heeft gereageerd.
11.2 Doseerpomp zuigt niet aan.
Oorzaak
Lekkage in de zuigleiding.
Doorsnede van de zuigleiding
te klein, of zuig leiding te lang.
Verstopte zuigleiding.
Voetventiel bedekt door
afzetting.
Kristalachtige afzettingen in de
ventielen.
Membraan defect of
membraanbevestiging
uitgescheurd.
Doseertank is leeg.
11.3 Doseerpomp doseert niet.
Oorzaak
Lucht in de aanzuigleiding en
doseerkop.
Viscositeit of dichtheid van het
medium te groot.
Kristalachtige afzettingen in de
ventielen.
Ventielen onjuist
geassembeerd.
Injectiepunt geblokkeerd.
Onjuiste installatie van
leidingen en randapparatuur.
11.4 Doseerdoorstroming van de pomp is
onnauwkeurig.
Oorzaak
Doseerkop is niet volledig
ontlucht.
Ontgassend medium.
Delen van de ventielen bedekt
met vuil of aanzetting.
Tegendrukfluctuaties.
Opvoerhoogtefluctuaties.
Heveleffect (inlaatdruk hoger
dan de tegendruk).
Lekkage of poreuze zuigleiding
of persleiding.
Oplossing
Sluit de voedingskabel aan.
Plaats de doseerpomp weer.
Retourneer de pomp voor
reparatie.
Vervang het membraan.
Oplossing
Vervang de zuigleiding of dicht
deze af.
Verifieer aan de hand van de
Grundfos specificatie.
Spoel of vervang de zuigleiding.
Hang de zuigleiding op aan een
hogere positie.
Reinig de ventielen.
Vervang het membraan.
Vervang de tank.
Oplossing
Wacht tot de pomp is ontlucht.
Controleer de installatie.
Reinig de ventielen.
Assembleer de binnenste
ventieldelen in de juiste volgorde
en controleer of corrigeer
eventueel de stroomrichting.
Controleer en corrigeer eventueel
de doorstroomrichting (injectie-
eenheid), of verwijder de
obstructie.
Controleer of de leidingen vrij
lopen en juist zijn geïnstalleerd.
Oplossing
Herhaal de ontluchting.
Controleer de installatie.
Reinig de ventielen.
Installeer een veerklep en een
pulsatiedemper.
Houd het aanzuigniveau
constant.
Installeer een drukhoudventiel.
Vervang de zuig- of persleiding.
Oorzaak
Delen die in contact komen met
het medium zijn hier niet tegen
bestand.
Doseermembraan versleten
(beginnende scheuren).
Variatie van het doseermedium
(dichtheid, viscositeit).
12. Doseergrafieken
De doseergrafieken in de bijlage zijn trendgrafieken.
Deze gelden voor:
•
prestaties van enkelpomp (de doorstroming wordt verdubbeld
voor de dubbelpomp)
•
water als doseermedium
•
nulpunt van pomp Q
bij een tegendruk van 3 bar
0
•
Standaard pompversie.
Afkorting
Beschrijving
Q
Doseercapaciteit
f
Aandrijffrequentie
Gerelateerde informatie
A.1. Dosing curves
13. Het product afvoeren
Dit product of delen ervan dienen te worden afgevoerd op een
milieuverantwoorde wijze.
1. Maak gebruik van de plaatselijke reinigingsdienst.
2. Als dat niet mogelijk is, neem dan contact op met een filiaal of
servicedienst van Grundfos het dichtst bij u in de buurt.
Het doorkruiste symbool van een afvalbak op een pro-
duct betekent dat het gescheiden van het normale
huishoudelijke afval moet worden verwerkt en afge-
voerd. Als een product dat met dit symbool is gemar-
keerd het einde van de levensduur heeft bereikt,
brengt u het naar een inzamelpunt dat hiertoe is aan-
gewezen door de plaatselijke afvalverwerkingsautori-
teiten. De gescheiden inzameling en recycling van der-
gelijke producten helpt het milieu en de menselijke ge-
zondheid te beschermen.
Zie ook informatie over het einde van de productlevensduur op
www.grundfos.com/product-recycling
Oplossing
Vervang deze door materialen die
hier wel tegen bestand zijn.
Vervang het membraan. Houd
tevens de onderhoudsinstructies
aan.
Controleer de concentratie.
Gebruik een roerwerk indien
nodig.
153