3.4 Opvoerhoogtes
•
Data in mWK.
Geldt voor:
•
niet ontgassende en niet abrassieve media
•
Newtonse vloeistoffen
•
temperatuur van 20 °C
•
standaard pompversie.
3.4.1 Media met een viskeusiteit gelijksoortig aan die van water
Maximale zuighoogte: 3 mWK.
3.4.2 Zuighoogten voor media met de maximaal toelaatbare
viscositeit
Positieve toeloop. 1-3 mWK.
3.5 Omgevings- en bedrijfsomstandigheden
•
Toelaatbare omgevingstemperatuur: 0°C tot +40°C.
•
Toegestane opslagtemperatuur: -20°C tot +50°C.
•
Toegestane luchtvochtigheid: Max. relatieve luchtvochtigheid
(niet-condenserend) 70% bij 40°C, 90% bij 35°C.
De lokatie van de installatie moet overdekt zijn!
Zorg ervoor dat de beschermingsklasse van de pomp en
motor niet nadelig worden beïnvloed door de atmosferi-
Voorzichtig
sche omstandigheden.
Pompen met elektronica zijn uitsluitend geschikt voor ge-
bruik binnen! Niet buiten installeren!
Waarschuwing
Risico van hete oppervlakken!
Pompen met AC-motoren kunnen heet worden.
Zorg voor een minimale afstand van 100 mm boven het
ventilatordeksel!
•
Geluidsbelasting: 70 ± 5 dB(A), testen conform DIN 45635-01-
KL3.
•
Minimale tegendruk 1 bar bij het persventiel van de pomp. Let
op drukverliezen over het traject inclusief het injectiepunt.
•
Minimale druk aan de zuigzijde: 1 bar.
3.6 Doseermedium
Neem in geval van vragen over de materiaalbestendigheid
en geschiktheid van de pomp voor specifieke doseerme-
Voorzichtig
dia contact op met Grundfos.
Het doseermedium moet de volgende basiseigenschappen hebben:
•
vloeibaar
•
niet abrasief
•
niet brandbaar.
3.6.1 Toegestane mediatemperatuur
Doseerkopmateriaal
PVC
Roestvaststaal*
PP
*Voor SIP/CIP toepassingen: Een temperatuur van 145 °C bij een
tegendruk van max. 2 bar is toegestaan gedurende een korte
periode (15 minuten).
Let op de vries- en kookpunten van het doseermedium!
Voorzichtig
Temperatuurbereik
p < 10 bar
0 °C tot +40 °C
-10 °C tot +70 °C
0 °C tot +40 °C
3.6.2 Maximum toegestane viscositeit
Geldt voor:
•
niet ontgassende en niet abrassieve media
•
Newtonse vloeistoffen
•
temperatuur van 20 °C
•
Standaard pompversie.
Pomptype
DMX 860-5
DMX 1120-5
DMX 1520-3
DMX 2000-3
3.7 Elektrische gegevens
3.7.1 Beschermingsklasse
De behuizingklasse hangt af van de gekozen motorvariant,
raadpleeg de motortypeplaat.
De gespecificeerde behuizingsklasse kan alleen worden
gewaarborgd wanneer de voedingskabel is aangesloten met
dezelfde beschermingsklasse.
3.7.2 Motor
Versie: raadpleeg typeplaten van motor en pomp.
3.8 Materialen
Pomp
•
Pomphuis: Al 226
•
Membraanflenzen: GG 25.
Opto-elektronische membraansensor
•
Behuizing: ABS.
3.9 Gewichten
Enkelpompen
Dubbelpompen
Viscositeit
[mPa s]
50 Hz
60 Hz
800
400
400
200
400
200
200
100
Gewicht bij benade-
ring
[kg]
50
90
139