4.
Draai de hoofdschakelaar in de stand
"
" (start) en houd hem maximaal 5
seconden in die stand.
ON
START
5.
Zodra de motor is gestart, laat u de
hoofdschakelaar los zodat hij kan terug-
keren in de stand "
DCM00191
OPGELET:
Zet
de
hoofdschakelaar
G
"
" (start) terwijl de motor draait.
Laat de startmotor nooit langer dan 5
G
ON
START
ZMU04596
ZMU05830
" (on).
nooit
seconden draaien. Als de startmotor
langer dan 5 seconden blijft draaien, zal
de accu vlug leeg zijn, waardoor het on-
mogelijk wordt om de motor te starten.
Bovendien kan de starter worden be-
schadigd. Als de motor na 5 seconden
aanzwengelen niet start, zet de hoofd-
schakelaar dan op "
seconden en zwengel de motor op-
nieuw aan.
DMU27670
De motor laten warmdraaien
DMU35260
1.
Nadat u de motor hebt gestart, laat u
hem 3 minuten onbelast draaien om
hem te laten warmlopen. Als dit niet ge-
beurt, zal de motorlevensduur daardoor
worden verkort.
2.
Ga na of het waarschuwingslampje voor
lage oliedruk uit blijft na de motor te heb-
ben gestart.
3.
Ga na of er een constante waterstraal uit
de koelwatercontroleopening komt.
DCM01700
OPGELET:
Een constante waterstraal uit de con-
G
troleopening wijst erop dat de water-
pomp
water
koelwatermantels. Als er geen water uit
de controleopening komt terwijl de mo-
tor draait, kan dat leiden tot oververhit-
ting en ernstige beschadiging van de
motor. Zet de motor af en controleer of
de koelwaterinlaat in het huis van het
staartstuk of de koelwatercontroleope-
ning geblokkeerd zijn. Raadpleeg uw
Yamaha-dealer als u het probleem niet
kunt lokaliseren en oplossen.
op
Als de koelwatermantel bevroren is,
G
kan het een tijdje duren alvorens er wa-
Werking
" (on), wacht 10
pompt
door
de
40