MENU PARAMETERS
5.3
GROEP 3.3: INSTELLINGEN BESTURINGSREFERENTIES
Tabel 12: Instellingen besturingsreferenties
Index
Parameter
P3.3.1
Minimumfrequentie
P3.3.2
Maximumfrequentie
Referentieselectie
P3.3.3
I/O A
Referentieselectie
P3.3.4
I/O B
Selectie besturings-
P3.3.5
referentie bedie-
ningspaneel
P3.3.6
PaneelReferent.
P3.3.7
Pan.Draairicht.
Kopie Bedieningspa-
P3.3.8
neelreferentie
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Eenhei
Min.
Max.
d
0.00
P3.3.2
Hz
P3.3.1
320.00
Hz
1
11
1
11
1
8
P3.3.1
P3.3.2
Hz
0
1
0
2
Standaar
ID
Beschrijving
d
0.00
101
0.00
102
1 = Vaste frequentie 0
2 = Bedieningspaneel-
referentie
3 = Veldbus
4 = AI1
5 = AI2
6 = AI1+AI2
7 = PID1-referentie
6
117
8 = Motorpotentiome-
ter
9 = Gemiddelde (AI1,
AI2)
10 = Minimum (AI1,
AI2)
11 = Maximum (AI1,
AI2)
4
131
1 = Vaste frequentie 0
2 = Bedieningspaneel
3 = Veldbus
4 = AI1
2
121
5 = AI2
6 = AI1+AI2
7 = PID1-referentie
8 = Motorpotentiome-
ter
0.00
184
0 = Vooruit
0
123
1 = Achteruit
0 = Referentie kopiëren
1 = Referentie en run-
1
181
toestand kopiëren
2 = Niet kopiëren
VACON · 59
5