PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Nummer
Naam optie
optie
0
Geen reset
1
Stoptoestand
2
Voeding uit
P3.3.22 OMGEKEERDE RICHTING (ID 15530)
Met deze parameter kunt u draaien in omgekeerde richting toestaan.
10.4
INSTELLINGEN VOOR RAMPING EN REMMEN
P3.4.1 RAMP 1 VORM (ID 500)
Met deze parameter kunt u het begin en het einde van acceleratie- en deceleratieramps
vloeiender maken.
Met de parameter Ramp 1 vorm kunt u het begin en het einde van de acceleratie- en
deceleratieramps vloeiender maken. Als u de waarde instelt op 0 is de rampvorm lineair. De
acceleratie en deceleratie reageren direct op wijzigingen in het referentiesignaal.
Als u de waarde instelt tussen 0,1 en 10 s, wordt de acceleratie- of deceleratieramp S-
vormig. Gebruik deze functie om de mechanische slijtage van onderdelen te verminderen en
om piekstromen te voorkomen wanneer de referentiewaarde verandert. U kunt de
acceleratietijd wijzigen met parameters P3.4.2 (Acceleratietijd 1) en P3.4.3 (Deceleratietijd
1).
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Beschrijving
De laatste frequentiereferentie van de motorpotentiometer
blijft behouden in de stoptoestand en in het geheugen wan-
neer de stroom wordt uitgeschakeld.
De frequentiereferentie van de motorpotentiometer wordt
ingesteld op 0 wanneer de frequentieregelaar overgaat naar
de stoptoestand of wanneer de frequentieregelaar wordt uit-
geschakeld.
De frequentiereferentie van de motorpotentiometer wordt
alleen ingesteld op 0 wanneer de stroom wordt uitgescha-
keld.
VACON · 133
10