VACON · 118
P3.1.2.5 FUNCTIE MOTOR VOORVERWARMING (ID 1225)
Met deze parameter kunt u de functie Motorvoorverwarming in- en uitschakelen.
De voorverwarmingsfunctie voor de motor geeft DC-stroom aan de frequentieregelaar en de
motor wanneer deze zich in de stoptoestand bevinden, zodat ze warm blijven.
P3.1.2.6 FUNCTIE MOTOR VOORVERWARMING (ID 1226)
Met deze parameter kunt u de temperatuurlimiet voor de functie Motorvoorverwarming
instellen.
Wanneer de temperatuur van het koellichaam of de gemeten motortemperatuur beneden
deze waarde zakt, wordt de voorverwarmingsfunctie voor de motor actief.
P3.1.2.7 MOTORVOORVERWARMING STROOM (ID 1227)
Met deze parameter kunt u de DC-stroom voor de functie Motorvoorverwarming instellen.
P3.1.2.8 SELECTIE U/F-RATIO (ID 108)
Met deze parameter kunt u het type U/f-curve tussen de nulfrequentie en het
veldverzwakkingspunt instellen.
Nummer
optie
0
1
10
Naam optie
De spanning van de motor wordt lineair aangepast op basis
van de uitgangsfrequentie. De spanning loopt van de waarde
van Nulfrequentiespanning (P3.1.2.4) tot de waarde van
Lineair
Spanning op het veldverzwakkingspunt bij de frequentie die
is ingesteld in Frequentie veldverzwakkingspunt. Gebruik
deze standaardinstellingen als andere instellingen niet nodig
zijn.
De spanning van de motor wordt volgens een kwadratische
curve aangepast van de waarde van Spanning bij 0 Hz
(P3.1.2.4) tot de waarde van Frequentie veldverzwakkings-
punt. De motor loopt ondergemagnetiseerd onder het veld-
Kwadratisch
verzwakkingspunt en produceert minder koppel. U kunt de
kwadratische U/f-ratio gebruiken in toepassingen waarbij de
koppelvraag zich kwadratisch verhoudt tot de snelheid, bij-
voorbeeld in centrifugaalventilatoren en -pompen.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Beschrijving