PARAMETERBESCHRIJVINGEN
P3.12.5.4 VERTRAGING (ID 737)
Met deze parameter kunt u de maximale tijdsduur instellen die het PID-
terugkoppelingssignaal buiten de bewakingslimieten mag blijven voordat de
terugkoppelingsbewakingsfout optreedt.
Als de streefwaarde niet binnen deze tijd wordt bereikt, wordt er een fout of alarm
gegenereerd.
10.12.6
DRUKVERLIES COMPENSATIE
Wanneer u een lange leiding met veel aftakkingen onder druk brengt, kunt u de sensor het
beste in het midden van de leiding plaatsen (positie 2 in de afbeelding). U kunt de sensor ook
direct achter de pomp plaatsen. Zo krijgt u de juiste druk direct achter de pomp. Verderop in
de leiding neemt de druk echter af, afhankelijk van de flow.
A
PT
E
Afb. 42: De positie van de druksensor
A. Druk
B. Geen flow
C. Wel flow
P3.12.6.1 REFERENTIEPUNT 1 INSCHAKELEN (ID1189)
Met deze parameter kunt u de drukverliescompensatie in het pompsysteem inschakelen.
P3.12.6.2 REFERENTIE 1 MAXIMALE COMPENSATIE (ID 1190)
Met deze parameter kunt u de maximale compensatie voor de PID-referentiewaarde
instellen die kan worden toegepast wanneer de uitgangsfrequentie van de
frequentieregelaar de maximumfrequentie heeft bereikt.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
B
C
PT
F
D. Pijplengte
E. Locatie 1
F. Locatie 2
VACON · 183
D
10