PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Referentie
Afb. 38: Ontwaakmodus: absoluut niveau
Referentie
Afb. 39: Ontwaakmodus: relatief referentiepunt
P3.12.2.11 REFERENTIE 1 VERSTERKING (ID 1071)
Met deze parameter kunt u de vermenigvuldigingsfactor voor de functie
Referentieversterking instellen.
Wanneer de opdracht voor referentieverhoging wordt gegeven, wordt de referentiewaarde
vermenigvuldigd met de factor die is ingesteld in deze parameter.
10.12.3
TERUGKOPPELING
P3.12.3.1 TERUGKOPPELINGSFUNCTIE (ID 333)
Met deze parameter kunt u instellen of de terugkoppelingswaarde gebruikmaakt van één
signaal of een combinatie van twee signalen.
U kunt de rekenkundige functie selecteren die wordt gebruikt voor het combineren van de
twee terugkoppelingssignalen.
P3.12.3.2 TERUGKOPPELINGSFUNCTIE VERSTERKING (ID 1058)
Met deze parameter kunt u de versterking van het terugkoppelingssignaal aanpassen.
Deze parameter wordt bijvoorbeeld gebruikt in combinatie met terugkoppelfunctie 2.
P3.12.3.3 TERUGKOPPELING 1 BRONSELECTIE (ID 334)
Met deze parameter kunt u de bron van het PID-terugkoppelingssignaal instellen.
De analoge ingangen en procesdata in worden verwerkt als percentage (0,00–100,00%) en
geschaald op basis van het minimum en maximum voor de terugkoppelingswaarde.
AANWIJZING!
Procesdata in-signalen gebruiken twee decimalen.
Als er temperatuuringangen zijn geselecteerd, moet u de waarden van de parameters
P3.13.1.7 Min. proceseenheid en P3.13.1.8 Max. proceseenheid instellen zodat deze
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PID-referentie
Ontwaakniveau
PID-referentie
Ontwaakniveau
VACON · 179
t
t
10