3
Druk de ontspanknop helemaal in om een
opname te maken.
De eerste gemaakte opname wordt tijdelijk
opgeslagen en het scherm voor het maken van de
tweede opname verschijnt.
2
4
Maak de tweede opname.
Kader op de voorbeeldweergave het beeld voor de tweede opname
(de rechterhelft) zo uit dat de weergave van de eerste opname links op
de monitor gedeeltelijk wordt overlapt. Herhaal stap 3 om de tweede
opname te maken.
De samengevoegde eerste en tweede opname verschijnen op het
scherm (Momentcontrole) en worden vervolgens opgeslagen.
• Om bij het maken van de tweede opname vervorming tot een minimum
te beperken, moet u de camera rond de rechterkant van de
voorbeeldweergave op het scherm draaien.
• Er kan vervorming ontstaan bij bewegende voorwerpen, zich
herhalende patronen of als er niets aanwezig is bij het overlappen van
de eerste en de tweede opname in de voorbeeldweergave.
• Als de functie Gezichtsdetectie (p.115) is ingesteld op [Aan], werkt die
functie alleen voor de eerste opname.
• De hele compositie wordt opgeslagen met een resolutie van f.
De functie stopzetten nadat de eerste opname is gemaakt
1
Als het opnamescherm voor de tweede opname wordt
weergegeven in stap 4 op p.84, drukt u op de knop 4
of de vierwegbesturing (3).
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
84
Einde
Einde