Functie-instellingen wijzigen
De functie-instellingen van de camera kunt u wijzigen met de
richtingsknoppen, de menu's en het bedieningspaneel.
In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor het
wijzigen van functie-instellingen.
De richtingsknoppen gebruiken
In de opnamestand kunt u de transportstand, de gevoeligheid, de
flitsinstelling en de focusinstelling instellen door te drukken op de
vierwegbesturing (2345). (p.66)
Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe Focusinst.
wordt ingesteld.
1
Druk in de opnamestand op de
vierwegbesturing (5).
Het instelscherm van de focusinstelling
verschijnt.
2
Selecteer de gewenste
focusinstelling met de
vierwegbesturing (45).
3
Druk op de knop 4.
De camera is klaar om een opname
te maken.
34
Standaard
Standaard
Stop
Stop
OK
OK