Functies tijdens het maken van opnamen
1
2
3
1
Aan-uitknop
Hiermee zet u de camera uit (p.48).
2
Functiekiezer
Hiermee wijzigt u de opnamestand (p.72).
Knop b (Flitser openen)
3
Hiermee opent u de flitser.
Zoomknop
4
Hiermee wijzigt u het opnamegebied (p.63).
5
Ontspanknop
Hiermee maakt u opnamen (p.57).
6
Videoknop
Hiermee start u een video-opname wanneer de functiekiezer op een
andere stand staat dan C (p.124).
7
Draaiknop belichtingscorrectie
Hiermee stelt u de belichtingscorrectie in (p.103).
18
4
5
6
7
8
9
0
a
b
c
d
e