Een SD-geheugenkaart plaatsen
In deze camera wordt gebruikgemaakt van een in de handel verkrijgbare
1
SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart. Gemaakte opnamen worden op
de SD-geheugenkaart opgeslagen wanneer deze in de camera is
geplaatst. Wanneer er geen kaart is geplaatst, worden opnamen
opgeslagen in het interne geheugen (p.49).
• Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere
camera of een ander digitaal apparaat is gebruikt, moet eerst met
deze camera worden geformatteerd (geïnitialiseerd). Zie "Het
geheugen formatteren" (p.184) voor aanwijzingen aangaande
formatteren.
• Wanneer u voor het eerst een nieuwe Eye-Fi-kaart wilt gebruiken,
moet u het installatiebestand van Eye-Fi Manager dat op de kaart staat
eerst naar de computer kopiëren voordat u de kaart formatteert.
• Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
• Het aantal foto's dat u kunt opslaan en de opnametijd voor video-
opnamen hangen af van de capaciteit van de SD-geheugenkaart, de
geselecteerde resolutie, het kwaliteitsniveau en de beeldsnelheid
(voor video-opnamen).
- Kies de gewenste resolutie voor foto's in het menu [A Opnemen 1].
Zie "De bestandsindeling van opnamen instellen" (p.105) voor
details.
- Kies de gewenste resolutie en de beeldsnelheid voor video-
opnamen in het menu [C Video 1]. Zie "De resolutie voor video's
selecteren" (p.126) voor details.
- Raadpleeg "Belangrijkste technische gegevens" (p.238) voor een
globale indicatie van het aantal foto's dat of de duur van video-
opnamen die u kunt opslaan op een SD-geheugenkaart of in het
interne geheugen.
• Het aan-uitlampje knippert terwijl er wordt gecommuniceerd met de
SD-geheugenkaart (gegevens worden opgenomen of gelezen).
Kopie van gegevens opslaan
Het is mogelijk dat de camera niet in staat is om gegevens op te halen van de
SD-geheugenkaart of uit het interne geheugen in geval van een storing. Sla
belangrijke gegevens daarom op uw computer of een ander apparaat op.
46