Opnamen maken met verschillende
belichtingsstanden (e, b, c, a)
Gebruik de belichtingsfuncties om de sluitertijd en het diafragma aan te
passen, zodat u opnamen kunt maken die helemaal passen binnen uw
visie op fotografie.
2
Belichtingsstand
e
Programma
b
Sluitertijdvoorkeuze
c
Diafragmavoorkeuze
Handmatige
a
belichting
Een belichtingsstand selecteren
Deze camera heeft de volgende vier belichtingsstanden.
De instellingen per belichtingsstand zijn als volgt.
z: Beschikbaar
Belichtingsstand
Programma
e
Sluitertijdvoorkeuze
b
c Diafragmavoorkeuze
Handmatige
a
belichting
1
Zet de functiekiezer op e, b, c
of a.
76
Hiermee stelt u sluitertijd en diafragmawaarde
automatisch in voor de juiste belichting volgens het
programma.
Hiermee stelt u zelf de sluitertijd in en laat u de
beweging van het onderwerp goed tot uiting komen.
Hiermee stelt u zelf de gewenste diafragmawaarde in
voor meer controle over de scherptediepte.
Hiermee kunt u de sluitertijd en diafragmawaarde
instellen voor het maken van creatieve opnamen.
× : Niet beschikbaar
#: Beperkt
Belicht.
Sluitertijd
corr.
wijzigen
z
z
z
z
×
z
Beschrijving
Diafragma
wijzigen
#
#
×
×
z
z
Gevoeligheid
wijzigen
z
z
z
Anders dan
AUTO