15
Selecteer [Selec. opname(n)] met de vierwegbesturing
(23).
16
Druk op de knop 4 of de vierwegbesturing (5).
De opnamen waaruit u kunt kiezen worden weergegeven.
17
Kies met de vierwegbesturing
(45) de opname die u wilt
gebruiken en druk op de knop 4.
De geselecteerde opname wordt in het
gemarkeerde gebied van de
bedieningsaanwijzing geplaatst. U ziet deze
bedieningsaanwijzing in de linkerbovenhoek
4
van het scherm.
18
Herhaal stap 17 voor de overige opnamen.
19
Druk op de knop 3.
De camera keert terug naar het scherm voor selectie van een item.
De bewerkte opname opslaan
20
Kies [Een beeld maken] met de
vierwegbesturing (23).
21
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het opslaan van
de opname wordt gevraagd.
22
Selecteer [Opslaan] met de vierwegbesturing (2).
23
Druk op de knop 4.
De bewerkte opname wordt opgeslagen.
Het kwaliteitsniveau van de opname wordt vast ingesteld op "Fine" (Fijn).
164
Stop
Stop
Einde
Einde
Resolutie
Resolutie
Lay-out
Lay-out
Achtrgrd.
Achtrgrd.
Selec. opname(n)
Selec. opname(n)
Een beeld maken
Een beeld maken
OK
OK